Keuzedeel PABO - GS tijdvak 1-2-3

Keuzedeel PABO
Geschiedenis
Tijdvak 1-2-3
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Keuzedeel PABO
Geschiedenis
Tijdvak 1-2-3

Slide 1 - Diapositive

A-doelen
Vakgebonden vaardigheden geschiedenis (A):
A.1 omgaan met historische bronnen;
A.2 hanteren van de tijdbalk;
A.3 werken met historische perioden;
A.4 het leggen van relaties tussen oorzaken en gevolgen;
A.5 het leggen van relaties tussen continuïteit en verandering.

Slide 2 - Diapositive

B-doelen
Tien chronologische tijdvakken, van prehistorie tot heden (B):
B.1 jagers en boeren
B.2 Grieken en Romeinen
B.3 monniken en ridders
B.4 steden en staten
B.5 ontdekkers en hervormers
B.6 regenten en vorsten
B.7 pruiken en revoluties
B.8 burgers en stoommachines
B.9 wereldoorlogen en Holocaust
B.10 televisie en computers

Slide 3 - Diapositive

Programma
Tijdvak 1
Tijdvak 2
Tijdvak 3

Slide 4 - Diapositive

Tijdvak 1
Jagers en Boeren

3000 v.Chr.

Slide 5 - Diapositive

B-doelen
B.1.1 Je kan uitleggen waarom jagers-verzamelaars nomaden waren.
B.1.2 Je kan veranderingen toelichten die het gevolg waren van de agrarische revolutie.

Slide 6 - Diapositive

Wat betekent 'Prehistorie'?

Slide 7 - Carte mentale

Prehistorie

Is de tijd 'voor' de geschreven bronnen = dus primaire bronnen


(Vanaf de eerste 'geschreven' bronnen begint de geschiedenis)

Slide 8 - Diapositive

Menssoorten

Slide 9 - Diapositive

Waar en wanneer ontstond de eerste mens?

Slide 10 - Carte mentale

De eerste mens(en)
Ca. 4,4 miljoen jaar geleden

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel menssoorten zijn er nu nog over?

Slide 12 - Question ouverte

Welke menssoort is als enige overgebleven?

Slide 13 - Question ouverte

Wat betekent 'nomadisch leven'?

Slide 14 - Carte mentale

Waarom 'nomadisch leven'

De jagers-verzamelaars leefden van de jacht en van het verzamelen van voedsel en waren daarom afhankelijk van de natuur. Ze volgden het wild en hadden een nomadisch bestaan. Hun kunstuitingen bestonden uit kleine beeldjes en grotschilderingen. 

Slide 15 - Diapositive

Kenmerken 'nomadisch leven'

Geen vaste verblijfsplaats
Rondtrekken (het vee/wild achterna)
Mensen komen aan hun eten door jagen/verzamelen
Weinig sporen achterlaten

Slide 16 - Diapositive

Rendierjagers

Slide 17 - Diapositive

Wat is de 'Agrarische Revolutie'?

Slide 18 - Carte mentale

Agrarische Revolutie

Slide 19 - Diapositive

Agrarische Revolutie
Van nomadisch naar sedentaire levenswijze
Bezit
Hiërarchie
Meer voedsel > bevolkingsgroei > beroependifferentiatie > ontstaan van de eerste steden

Slide 20 - Diapositive

De eerste landbouwsamenlevingen
Vruchtbare halve maan

Slide 21 - Diapositive

Wat zie je hier?
Het 'eerste' schrift oftewel het 'spijkerschrift'.

Ken je nog een andere vorm van 'beeldend' schrift?

Hiërogliefenschrift 
Ca. 3300-2900 v.Chr.

Slide 22 - Diapositive

Welk verband bestaat er tussen het ontstaan van de eerste steden en het schrift?

Slide 23 - Question ouverte

Wanneer kwamen de eerste boeren naar Nederland en hoe heette deze boeren?

Slide 24 - Carte mentale

De eerste boeren in Nederland
Bandkeramiekers ca. 5300 v. Chr.
Trechterbekervolk ca. 3500-2700 v. Chr.  (Hunebedbouwers

Slide 25 - Diapositive

Tijdvak 2
Grieken en Romeinen

3000 v.Chr. - 500

Slide 26 - Diapositive

B-doelen
B.2.1 Je kan Grieks-Romeinse cultuur herkennen en beschrijven
B.2.2 Je kan voorbeelden herkennen en beschrijven van de
beïnvloeding van de Grieks-Romeinse cultuur op de Germaanse cultuur.
B.2.3 Je kan de ontwikkeling van het christendom in het Romeinse Rijk beschrijven.

Slide 27 - Diapositive

Kijkvragen
  1. Wat houdt 'klassiek' in?
  2. Wat is kenmerkend aan de Grieks-Romeinse cultuur?
  3. Wanneer werd deze cultuur weer 'in'? 

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

Kijkvragen
  1. Welke 3 verschillende bestuursvormen heeft het Romeinse Rijk gehad?
  2. Waarom was de Pax Romana belangrijk?
  3. Wat is Romanisering?
  4. Welke Romeinse invloeden zag je elders in het Romeinse Rijk terug?

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Lien

Kijkvragen
  1. Welk volk had als eerste slechts één God.
  2. Wat is polytheïstisch?
  3. Wat in monotheïstisch?
  4. Waar komt het Christendom uit voort?
  5. Waarom hadden de Romeinen moeite met de christenen?
  6. Welke Romeinse keizer was de eerste christelijke keizer?

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Lien

Tijdvak 3
Tijd van monniken en ridders (500-1000)

Slide 34 - Diapositive

B-doelen
B.3.1 Je kan beschrijven hoe het christendom zich in Europa verspreidde.
B.3.2 De aspirant-student kan het ontstaan van de islam beschrijven.
B.3.3 De aspirant-student kan beschrijven hoe de islam zich verspreidde.
B.3.4 De aspirant-student kan hofstelsel, leenstelsel en horigheid uitleggen.

Slide 35 - Diapositive

Zoek op in je boek hoe het christendom werd verspreid.

Slide 36 - Question ouverte

In de vroege middeleeuwen waren er nog geen 'Staten' maar 'Rijken'. Welk groot rijk ontstond er ná het Romeinse Rijk?

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Lien

Slide 39 - Lien

Slide 40 - Lien

Slide 41 - Lien

Wat is het verschil tussen het hofstelsel en leenstelsel?

Slide 42 - Question ouverte

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Sondage

Heb je nog een tip
of een top voor mij?

Slide 44 - Carte mentale

Voor volgende week:
Opdracht 'Woordwiel' maken
2 vragen in de chat zetten van kanaal geschiedenis

Slide 45 - Diapositive