Windrichtingen, links, rechts, horizontaal en verticaal

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Route lezen en beschrijven

Wat leer ik deze les?
Wat kan ik aan het einde van de les?

Rechts en Links

Ben jij rechts of links?

1. Rechts
2. Links

In deze landen rijden ze aan de rechterkant van de weg

1. Nederland
2. Suriname
3. Japan
4. België

In deze landen rijden ze aan de linkerkant van de weg

1. Nederland
2. Engeland
3. Australië
4. België

Horizontaal en verticaal

Horizontaal, waar denk je aan?

Verticaal, waar denk je aan?

Windrichting

Sleep de windrichting naar de juist plaats

Noord

Zuid

West

Oost

Limburg ligt in het...

1. Noorden
2. Westen
3. Zuiden
4. Oosten

Groningen ligt in het...

1. Oosten
2. Noorden
3. Zuiden
4. Westen

Waar staat de afkorting N voor?

Waar staat de afkorting Z voor?

Waar staat de afkorting O voor?

Waar staat de afkorting W voor?

Waar staat de afkorting ZW voor?

Waar staat de afkorting NW voor?

Waar staat de afkorting ZO voor?

Waar staat de afkorting NO voor?

Welke landen ligt op deze kaart het meest Noordelijk?

Welke landen ligt op deze kaart het meest Westelijk?

Welke provincie ligt het meest Zuidelijk?

Welke provincie ligt het meest Noordelijk?

Maak een foto waar je laat zien wat rechts is.

Maak een foto waar je een duidelijke horizontale lijn ziet

Maak een foto waar je het Noorden duidelijk laat zien

Ben je tevreden over hoe je geleerd hebt deze les?