Biologie thema 4: H5

Hoofdstuk 5: Rijk van der dieren
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5: Rijk van der dieren

Slide 1 - Diapositive

Programma 
Doel: Je kunt het plantenrijk indelen in twee stammen en kan val elke stam het kenmerk benoemen. 

Programma: 
inchecken
Herhaling H4 
Uitleg H5
SO opgeven H 1-4


Slide 2 - Diapositive

In welke twee stammen delen we het rijk van de planten in?
A
Zaadplanten en sporenplanten
B
Sporenplanten en schimmels
C
Zaadplanten en bloemen
D
Zaden en sporenplanten

Slide 3 - Quiz

Hoe ontstaan zaden bij de zaadplanten?
A
Door lief te doen tegen de plant
B
Door de bloemen
C
Door de lucht
D
Door de wortels

Slide 4 - Quiz

Hoe planten mossen zich voort?
A
Door de bloemen
B
Door de sporen die ontstaan in in de aarde
C
Door de sporen die ontstaan in sporendoosjes
D
Door de sporen die ontstaan in sporenhoopjes

Slide 5 - Quiz

Waar herken je een cel van een plant aan?
A
Bladgroenkorrels
B
Celkern
C
Celwand
D
Bladgroenkorrels, celkern en celwand

Slide 6 - Quiz

Hoe herken je een dierlijke cel ?
A
geen celwand
B
wel celwand
C
Celkern

Slide 7 - Quiz

Een bacterie
A
bestaat uit een bacteriekolonie
B
bestaat uit een klein groepje cellen
C
bestaat uit 1 cel
D
is geen cel

Slide 8 - Quiz

Welke functie hebben bacteriën in jouw lichaam?
A
Er zitten geen bacteriën in mijn lichaam
B
Ze zorgen dat je ziek wordt.
C
Ze beschermen je tegen schadelijke bacteriën
D
Ze zorgen dat je voedsel goed verteert wordt.

Slide 9 - Quiz

In welke twee stammen worden planten ingedeeld?
A
Zaadplanten, sporenplanten en bloemen
B
Zaadplanten en schimmels
C
Zaadplanten en sporenplanten
D
Bloemen en schimmels

Slide 10 - Quiz

Nakijken huiswerk 
Wat ging goed? 
Wat was lastig? 

Slide 11 - Diapositive

Aantekeningen 
Dierlijke cel:                           geen bladgroenkorrels en celwand, wel celkern. 

Indeling dierenrijk:            op kenmerken symmetrie en skelet 

Symmetrie:                            spiegelbeeld, twee gelijke helften. 

Tweezijdig symmetrisch: één manier in twee ongeveer gelijke helften. (kever) 

Veelzijdig symmetrisch:   meerder manieren in twee ongeveer gelijke helften (zeester) 

Niet-symmetrisch:               geen gelijke verdeling mogelijk (spons) 


Slide 12 - Diapositive

Aantekeningen 
Skelet:                                   geeft bescherming en stevigheid 

Uitwendig skelet:              lieveheersbeestje en mossel

Inwendig skelet:                spons, zeekat, mens

Geen skelet:                          kwal, zeeanemoon

Stammen van het dierenrijk: sponzen, neteldieren, weekdieren, geleedpotigen, stekelhuidigen,                                                                  gewervelden. 

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
 Volgende week donderdag 18 maart: 
Lezen blz 175, 176 
Maken opdracht 24 en 25 in Malmberg. 

Morgen: SO H 1-4 




Slide 14 - Diapositive