TaalCompleet A2 - Thema 3

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Intro: Rapport

Heb je weleens een rapport gekregen? 

Wat was jouw lievelingsvak op school?

Wat zie je?

Wat zie je?

Wat zie je?

Wat zie je?

Wat zie je?

3.2 want, omdat, als

Omdat/want:

Na omdat en als komt een bijzin. Wie of wat komt op de eerste plaats.

Ik ga vandaag niet sporten, omdat ik moe ben.

Ik ga vandaag niet sporten, want ik ben moe.

Als: 

Met als vertel je wanneer iets gebeurt. 

Ik ga uit bed, als mijn wekker gaat.

Mijn vader wordt boos, als ik te laat kom.

Ik koop een boek, ......... ik van lezen houd.

1. want
2. omdat
3. als

Mijn dochter is moe, .......... ze is ziek.

1. want
2. omdat
3. als

Ahmed is trots op zijn rapport, ............ hij goede cijfers heeft gehaald.

1. want
2. omdat
3. als

Ik ga slapen, .......... ik moe ben.

1. want
2. omdat
3. als

Mijn moeder belt mij, ............. ze mij wil spreken.

1. want
2. omdat
3. als

We halen de trein, ........... we snel fietsen.

1. want
2. omdat
3. als