Spelling: leenwoorden

Leenwoorden
Woorden uit een andere taal die we in het Nederlands gebruiken.

Meestal uit het: Engels, Frans, Duits, Latijn
Maar ook uit het: Fins, Japans, Spaans

Het zijn weetwoorden.
 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 6-8

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Leenwoorden
Woorden uit een andere taal die we in het Nederlands gebruiken.

Meestal uit het: Engels, Frans, Duits, Latijn
Maar ook uit het: Fins, Japans, Spaans

Het zijn weetwoorden.
 

Slide 1 - Diapositive

Welke Engelse
leenwoorden ken je al?

Slide 2 - Carte mentale

Welke Franse
leenwoorden ken je al?

Slide 3 - Carte mentale

Herkomst Middeleeuwen

bestuur
rechtspraak
eten
Maar nu ook:
mode en bijv wielrennen

Slide 4 - Diapositive

eten
theater
mode
cabaretier
garderobe
revu
croissant
première
mannequin
capuchon
baquette
crêpe
camembert
pantalon
colbert

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
cresh
B
crèche
C
creche
D
krèche

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
sjampignon
B
shampignon
C
kampignon
D
champignon

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?

A
paraplu
B
paaraapluu
C
parapluu
D
parraplu

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
aspegers
B
aspergers
C
asperges
D
aspersjes

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
kadeau
B
kado
C
cadeau
D
cadoo

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
recherceur
B
resherceur
C
rechercheur
D
reshercher

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
milliteir
B
militer
C
militair
D
millitair

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
buro
B
buroo
C
burau
D
bureau

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
ambulans
B
ambulance
C
ambulansh
D
ambulanz

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
joernalist
B
journallist
C
joernallist
D
journalist

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
horloge
B
hoorloge
C
horlosje
D
horlooge

Slide 16 - Quiz