Klas 2: Het aanwijzende voornaamwoord

Programma
  •  Terugblik (mon, ma, mon....) + (le,la,l',les/ une, un, des)
  • Uitleg: aanwijzend voornaamwoord (filmpje en ex.)
  • Maken : ex:  30, 31, 32 (w-boek) H3
  • Nakijken

Tekst
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma
  •  Terugblik (mon, ma, mon....) + (le,la,l',les/ une, un, des)
  • Uitleg: aanwijzend voornaamwoord (filmpje en ex.)
  • Maken : ex:  30, 31, 32 (w-boek) H3
  • Nakijken

Tekst

Slide 1 - Diapositive

Waarvoor gebruik je een bezittelijk voornaamwoord?

Slide 2 - Question ouverte

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 3 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 4 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 5 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (mijn) tante
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 6 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (zijn) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 7 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (haar) organisation (v)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 8 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (jullie) mères
A
votre
B
vos
C
son
D
sa

Slide 9 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (onze) grands-parents
A
nos
B
notre
C
vos
D
votre

Slide 10 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
.........(Hun) enfants
A
vos
B
leurs
C
leur
D
ses

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Welke vormen van het aanwijzend voornaamwoord heb je in het Nederlands?

Slide 13 - Question ouverte

Welk aanwijzend voornaamwoord gebruik je voor de "le" woord?

Slide 14 - Question ouverte

Welk aanwijzend voornaamwoord gebruik je voor de "la" woord?

Slide 15 - Question ouverte

Welk aanwijzend voornaamwoord gebruik je voor de "les" woord?

Slide 16 - Question ouverte

Welk aanwijzend voornaamwoord gebruik je voor een mannelijk ev-woord dat begint met een stomme h of een klinker.

Slide 17 - Question ouverte

Welke aanwijzend voornaamwoord moet je gebruiken in het Frans als het woord is... 
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
Meervoud 
Ce
Cette 
Ces
Cet

Slide 18 - Question de remorquage

Welk aanwijzend voornaamwoord?

____________ vitesse (v)

A
CE
B
CETTE
C
CET
D
CES

Slide 19 - Quiz

Welk aanwijzend voornaamwoord?

____________ chats (m)

A
CE
B
CETTE
C
CET
D
CES

Slide 20 - Quiz

_____ acteur [mannelijk]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 21 - Quiz

______ journaux
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 22 - Quiz

________ filles [vrouwelijk]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 23 - Quiz

Épisode 1. de Lupin 

Slide 24 - Diapositive

huiswerk voor de volgende keer

 kijk naar
épisode 1 LUPIN


kijk naar LUPIN op Netflix!
https://www.youtube.com/watch?v=H74GgNDm8Qk

Slide 25 - Diapositive