Chapitre 3 - leçon 2

Bonjour!
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bonjour!

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je dat deze les over gaat? En hoe zie je dat?
Zoek naar je klasgenoot...
1. Eerst beschrijf ik hoe je klasgenoot eruit ziet. Heb je hem of haar gevonden?
Dan kun je vertellen hoe zij/hij heet in het Fr
 Elle/il s'appelle...  

2. Vervolgens vraag ik aan jullie. 
A. Quel âge as-tu?    
A. Tu habites où?     
3. En jullie geven antwoord op de vraag!
B J'ai... ans!
B. J'habite à ...

Slide 2 - Diapositive

Wij gaan klassentaal oefenen... Eerst  beschrijf  ik hoe je klasgenoot eruit ziet. Heb je hem of haar gevonden? 
Dan kun je vertellen hoe zij of hij heet in het Fr. Il/elle s'appelle...
Vervolgens vraag je hoe oud zij of hij is en waar zij of hij woont in het Fr. Je klasgenoot geeft antwoord op je vraag!







- Je kan in eenvoudige woorden zeggen wat je wel en niet leuk vindt.

- Je kunt een gesprek begrijpen over wat iemand leuk vindt.










Quels matériels as-tu besoin?
LessonUp + le livre de texte 'D'accord'.
Openen online opdrachten.

Le programme: Chapitre 3 leçon 2:
1. Regardez, écoutez et lisez ensemble > exercice 2 et 3 - Au club de rugby. 
2. Leçon 2 doornemen
3. Na de les bespreken fotoalbum.

Qu'est-ce que tu vas apprendre dans ce chapitre 3 leçon 2?










Le sport!

Slide 3 - Diapositive

1. Kijk, luister, lees samen > exercice 2.
2. Combineer de Franse woorden met de juiste afbeelding > exercice 4.
3. Luister en vul het ontbrekende woord > exercice 7.
4. Zet de woorden in de goede volgorde > exercice 10.
 
Chapitre 3.2 - exercice 2: Au club de rugby > Luister naar de tekst en geef antwoord!

- Hoeveel mensen hoor je praten?
- Hoe heten zij?
- Waar wordt het gesprek gevoerd?
- Over welke sport praten ze?
Regardez, lisez et écoutez!

Slide 4 - Diapositive

Regardez, lisez et écoutez > exercice 2 au club de rugby > 
1. Luister eerst naar de tekst.
2. Aan de rechter kant van de slide staat een tekst > welke woorden herken je of denk je te herkennen?
3. De werkers beantwoorden de vragen van exercice 2 
4. Tekst opnieuw lezen met de klas.

Chapitre 3.2 exercice 4: Sleep de Franse woorden naar het passende plaatje
l'entrainement
l'équipe
gagner
la passion
un joueur
l'entraîneur
l'heure

Slide 5 - Question de remorquage

Sleep de Franse woorden naar het passende plaatje
Maar eerst ga ik de woorden voorlezen: L'heure, la passion, l'entrainement, gagner, un joueur, l'entraîneur, l'équipe. 

Remarque: Il faut que je lise d'abord les mots avant de lancer de sleep!
Nicolas est ... dans un petit club de rugby.
A
l'équipe
B
entraîneur

Slide 6 - Quiz

Luister naar het fragment en vul het ontbrekende woord in.
Wat betekent entraîneur? De trainer of de coach. Nicolas is de trainer van een kleine rugbyclub.
Wie weet wat l'équipe betekent? het team.
Aujourd'hui, il y a un nouveau dans...
A
l'équipe
B
gagner

Slide 7 - Quiz

Luister naar het fragment en vul het ontbrekende woord in.
Wat betekent l'équipe alweer? Het team. Er is vandaag een nieuwe (speler) in het team.
Wie weet wat gagner betekent? winnen.
Les garçons, je vous ... un nouveau joueur.
A
présente
B
règles

Slide 8 - Quiz

Luister naar het fragment en vul het ontbrekende woord in.
Wat betekent présente of présenter? zich voorstellen aan > Jongens, ik stel jullie een nieuwe speler voor.
Wie weet wat règles betekent? de regels.
Salut Said! Alors Said, tu ... le rugby?
A
aimes
B
déteste

Slide 9 - Quiz

Luister naar het fragment en vul het ontbrekende woord in.
Wat betekent aimes of aimer alweer? houden van. Hallo Said! Hou je van rugby?
Wie weet wat déteste of détester  betekent? een hekel aan hebben of niet houden van. 
Oui, monsieur! Le rugby c'est ma passion. Je joue pour...
A
entraîneur
B
gagner

Slide 10 - Quiz

Luister naar het fragment en vul het ontbrekende woord in.
Wat betekent gagner alweer? winnen. Ja meneer. Rugby is mijn passie. Ik speel om te winnen!
Wie weet wat entraîneur betekent? De coach of de trainer.
Bon Said, Il y a deux... ici.
A
règles
B
l'équipe

Slide 11 - Quiz

Luister naar het fragment en vul het ontbrekende woord in.
Wat betekent règles? regels. Oké Said, hier zijn 2 regels waar je je aan moet houden.
Wie weet wat l'équipe alweer betekent? het team.
Exercice 3 ensemble!
Vrai ou faux?
Regardez, lisez et écoutez!

Slide 12 - Diapositive

Regardez, lisez et écoutez > exercice 2 au club de rugby > 
1. Luister eerst naar de tekst.
2. Aan de rechter kant van de slide staat een tekst > welke woorden herken je of denk je te herkennen?
3. De werkers beantwoorden de vragen van exercice 2 
4. Tekst opnieuw lezen met de klas.

Et maintenant...
        Faire >  leçon 2, chapitre 3.
Faire > alle exercices leçon 3, chapitre 3.  
Let op! je maakt je werktaken online > in e-pack
In domein > Fotoalbum bespreken!
Je gaat in je werkgroepje aan de slag, ik bel iedereen apart.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions