Schooltaalwoorden deel 4

Schooltaalwoorden deel 4
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 29 min

Éléments de cette leçon

Schooltaalwoorden deel 4

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Sieg presenteert vandaag zijn uitvinding.

presenteert
A
iemand iets aanbieden
B
een programma leiden
C
iemand of iets voorstellen

Slide 4 - Quiz

Het is geen realistisch ontwerp.
realistisch
A
wat met de werkelijkheid overeenkomt aanbieden
B
nuchter

Slide 5 - Quiz

Vooral het creatieve element speelt een rol.

creatieve
A
speels
B
vernieuwend/origineel

Slide 6 - Quiz

Sieg combineert een drone met een robot.

combineert
A
samenbrengen
B
vergelijken

Slide 7 - Quiz

Hij is immers dol op techniek

techniek
A
de manier waarop je te werk gaat
B
de technologie

Slide 8 - Quiz

Met zijn uitvinding wil hij de luchtkwaliteit controleren.

controleren
A
nakijken of iets in orde is
B
baas blijven over iets

Slide 9 - Quiz

Ideaal, omdat hij die ook kan inzetten op plaatsen die moeilijk te bereiken zijn.

bereiken
A
een resultaat behalen
B
ergens geraken

Slide 10 - Quiz

Hij wou niet nerveus overkomen.

overkomen
A
iets onverwacht meemaken
B
de manier waarop de ontvanger iets ervaart

Slide 11 - Quiz

De uiteenzetting is heel degelijk en volledig.

volledig
A
zonder dat er iets ontbreekt
B
voltallig

Slide 12 - Quiz

Elk onderdeel en elke functie van zijn voorwerp wil hij toelichten.

toelichten
A
verklaren
B
duidelijk maken wat je bedoelt

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Vervang het gekleurde woord door een schooltaalwoord.

Slide 15 - Question ouverte

Vervang het gekleurde woord door een schooltaalwoord.

Slide 16 - Question ouverte

Vervang het gekleurde woord door een schooltaalwoord.

Slide 17 - Question ouverte

Vervang het gekleurde woord door een schooltaalwoord.

Slide 18 - Question ouverte

Vervang het gekleurde woord door een schooltaalwoord.

Slide 19 - Question ouverte

Vervang het gekleurde woord door een schooltaalwoord.

Slide 20 - Question ouverte

Vervang het gekleurde woord door een schooltaalwoord.

Slide 21 - Question ouverte

Vervang het gekleurde woord door een schooltaalwoord.

Slide 22 - Question ouverte

Vervang het gekleurde woord door een schooltaalwoord.

Slide 23 - Question ouverte

Oefenen maar...
BW Schooltaalwoorden deel 4

Slide 24 - Diapositive