SO 3.1 t/m 3.4

Geschiedenis
 oefentoets
Hoofdstuk 4
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Geschiedenis
 oefentoets
Hoofdstuk 4

Slide 1 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met het begrip:
Nationalisme?
A
Liefde voor het leger
B
Liefde voor het eigen land
C
Liefde voor infrastructuur
D
Liefde voor een nieuwe tijd.

Slide 2 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met het begrip:
wapenwedloop?
A
Wie de mooiste wapens heeft
B
Wie de duurste wapens heeft
C
Wie de beste en meeste wapens heeft
D
Wie de snelste renner is

Slide 3 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met het begrip:
Front
A
Waar je tegenaan kijkt
B
Plaats waar gevochten wordt
C
Wat je idee is
D
Dat je achteraan staat in de oorlog

Slide 4 - Quiz

Welk begrip past bij deze afbeelding?

Slide 5 - Question ouverte

Welk begrip?
Voorliefde voor militair vertoon

Slide 6 - Question ouverte

Welk begrip pas bij deze afbeelding?

Slide 7 - Question ouverte

Waarom sloegen er rond 1914 zoveel Belgen op de vlucht naar Nederland?
A
Omdat België wel was veroverd door Duitsland
B
Omdat er in Nederland meer werk was
C
Omdat ze het niet meer naar hun zin hadden in België
D
Omdat zij gedwongen werden

Slide 8 - Quiz

Van wanneer tot wanneer duurde de Eerste Wereldoorlog?
A
1910-1914
B
1914-1933
C
1918-1933
D
1914-1918

Slide 9 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met het begrip:
fascisme?
A
Antidemocratische en gewelddadige beweging
B
Een oorlog op twee fronten
C
De ideeën van de nazi's
D
Militarisme en nationalisme

Slide 10 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met het begrip:
nationaalsocialisme?
A
De leer van de nazi's (nsdap en Hitler)
B
Dat je neutraal bent
C
Dat je heel erg van je land houdt
D
Dat je van gelijkheid houdt.

Slide 11 - Quiz

Benoem twee oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 12 - Question ouverte

Welke twee bondgenootschappen stonden in de Eerste Wereldoorlog tegenover elkaar?

Slide 13 - Question ouverte

Geallieerden
Centralen
Bondgenoten in 1914
Sleep het juiste land naar het juiste bondgenootschap
Duitsland
Rusland
Het Ottomaanse Rijk
Frankrijk
Groot-Britannie
Oostenrijk-Hongarije

Slide 14 - Question de remorquage

Leg uit waarom de Eerste Wereldoorlog ook wel een tweefrontenoorlog wordt genoemd

Slide 15 - Question ouverte

In de Eerste Wereldoorlog werden er nieuwe en moderne wapens gebruikt. Noem minimaal 2 voorbeelden van deze nieuwe en moderne wapens

Slide 16 - Question ouverte

Waarom ging Amerika mee doen met de Eerste Wereldoorlog?

Slide 17 - Question ouverte

Waarom brak de februarirevolutie uit in Rusland?

Slide 18 - Question ouverte

Nederland was in de Eerste Wereldoorlog neutraal; Leg in je eigen woorden uit wat dit betekende

Slide 19 - Question ouverte

Welke straf(fen) kreeg Duitsland tijdens het Verdrag van Versailles? Noem er minimaal 2

Slide 20 - Question ouverte

Sleep het juiste jaartal naar de juiste kaart
1914
1919

Slide 21 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen fascisme en nationaal socialisme?

Slide 22 - Question ouverte

Stalin (Rusland) en Hitler (Duitsland) waren dictators. Leg in je eigen woorden uit wat dit betekent

Slide 23 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit hoe de opkomst van Hitler te verklaren is met het begrip economische crisis

Slide 24 - Question ouverte