Quiz urinewegstelsel

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Quiz urinewegstelsel

Uit welke 3 delen bestaat het urinewegstelsel?

Waar liggen de nieren precies?

1. Aan de voorkant van de buikholte, achter het buikvlies en boven onder het middenrif.
2. Aan de voorkant van de buikholte, achter het buikvlies en net onder het middenrif.
3. Tegen de achterwand van de buikholte, achter het buikvlies en net boven het middenrif.
4. Tegen de achterwand van de buikholte, achter het buikvlies en net onder het middenrif.

Wat is de hoofdtaak van de nieren?

Wat is de taak van de urinewegen?

Hoeveel liter bloed passeert per dag de nieren?

1. 150 tot 200 liter
2. 200 tot 1000 liter
3. 1000 tot 1500 liter
4. 1500 tot 2000 liter

De linkernier ligt bij de meeste mensen net wat lager / hoger dan de rechternier.

1. Lager
2. Hoger

De bolle kant van de nier is naar de binnenzijde / buitenzijde gericht.

1. Binnenzijde
2. Buitenzijde

De nierpoort is voor de urineleiders de toegang tot / uitgang van de nier.

1. Toegang tot
2. Uitgang van

Via de nierader wordt het ongezuiverde / gezuiverde en zuurstofarme / zuurstofrijke bloed afgevoerd naar de onderste holle ader.

1. Ongezuiverde
2. Gezuiverde
3. Zuurstofarme
4. Zuurstofrijke

De bloeddruk in de bloedsomloop is het laagst / hoogst in de nierslagaders.

1. Laagst
2. Hoogst

De nieraders zijn aangesloten op het laatste stukje van de onderste holle ader. De bloeddruk in de grote bloedsomloop is hier het laagst / hoogst.

1. Laagst
2. Hoogst

Welk nummer is de nier?

1. 4
2. 5
3. 6
4. 7

Om de nier ligt een omhulsel van niervet en een stevige bindweefsellaag.
Wat is de taak van het niervet?

Om de nier ligt een omhulsel van niervet en een stevige bindweefsellaag.
Wat is de belangrijkste taak van de bindweefsellaag rond het niervet?

De nierschors is de binnenste / buitenste rand van de nier.

1. Binnenste
2. Buitenste

Het nierkapsel is een glad en dik / dun vlies van stevig vezelig bindweefsel.

1. Dik
2. Dun

De nierschors heeft een roodbruine kleur en ziet er egaal / gespikkeld uit.

1. Egaal
2. Gespikkeld

Het niermerg is in groepjes verdeeld. Zo'n groepje heeft de vorm van een kubus / piramide.

1. Kubus
2. Piramide

Rondom elke nierpapil bevindt zich een grote / kleine nierkelk.

1. Grote
2. Kleine

De wanden van het nierbekken bevatten dwarsgestreept / glad spierweefsel.

1. Dwarsgestreept
2. Glad

Welk nummer is de nierslagader?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welk nummer is het niermerg?

1. 4
2. 5
3. 6
4. 7

Welk nummer is het nierbekken?

1. 6
2. 7
3. 8
4. 9

Wat is een nierkapseltje?

1. Een ingekapseld nierlichaampje met een nierkanaaltje
2. Een kluwentje van piepkleine haarvaatjes
3. Het ingedeukte 'blinde' uiteinde van een nierkanaaltje
4. Het omhulsel van een nier

Om het bloed te zuiveren van afvalstoffen vindt er in de nieren onder andere terugresorptie plaats.
Wat is terugresorptie?