V2 herhaling uitleg zinsdelen grammatica

Grammatica
  • Redekundig ontleden: zinsdelen benoemen
  • Taalkundig ontleden: woordsoorten benoemen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica
  • Redekundig ontleden: zinsdelen benoemen
  • Taalkundig ontleden: woordsoorten benoemen

Slide 1 - Diapositive

Elk stukje hoort erbij
Elke stukje van de zin hoort erbij en heeft dus een naam. 
Alle losse delen vormen samen de gehele zin.
Je kan het vergelijken met een puzzel. Een puzzel is ook niet compleet als er een stukje mist. 

Slide 2 - Diapositive

Persoonsvorm

Slide 3 - Diapositive

Gezegde (wg of ng)
WG = alle werkwoorden uit de zin 
NG= alle werkwoorden uit de zin + naamwoordelijk deel 
Naamwoordelijk deel geeft eigenschap/kenmerk aan van het onderwerp ( denk aan de koppelende werkwoorden ZWOBBELS)
Van alle klassen is A2B/G2B toch echt de leukste op het RML gebleken.
NG=is [de leukste op het RML] gebleken (koppelwerkwoord)

Slide 4 - Diapositive

Onderwerp
Wie of wat (vaak een wie)
+
werkwoordelijk gezegde
=
het onderwerp


Slide 5 - Diapositive

Lijdend voorwerp
Wie of wat (vaak een wat)
+
werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
=
Het lijdend voorwerp


Slide 6 - Diapositive

meewerkend voorwerp
Aan wie of voor wie
+
werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
+
Het lijdend voorwerp
=
Het meewerkend voorwerp

Let op: Zit er geen lijdend voorwerp in een zin, dan zit er dus ook geen meewerkend voorwerp in de zin.

Slide 7 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling
Alles wat nog geen naam heeft krijgt de naam bijwoordelijke bepaling.
Dit is eigenlijk de prullenbak van de zin. Wat je niet 
meer kan benoemen, gooi je daarin --> alles 
moet immers een naam krijgen.

Bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op de volgende 
vragen: waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe 
en hoeveel.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Bijwoordelijke bepaling vind je in de volgende sheet

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo