Na Klar Kap 5 les 9

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Les 9

Lernziel: 

Je kan de modale werkwoorden vervoegen.

Inhalt:

herhaling

modale werkwoorden

Zelfstandig werken

SO bespreken (in lokaal)

Welke duitse voeg-/bijwoorden
ken je?

Vul het juiste bij-/voegwoord in:
Willst du Pommes ..... Pizza essen?

1. oder
2. und
3. deshalb
4. dann

Vul het juiste bij-/voegwoord in:
Wir haben hunger, ...... essen wir Brot.

Vervoegen Modalverben

1. meervoud vervoeg je zoals altijd.

2. enkelvoud de eerste en derde krijgen geen uitgang

3. de tweede letter in de enkelvoud verandert , 

Modale werkwoorden

	können kunnen	müssen moeten	wollen willen	mogen dürfen
ich	k a nn-	m u ss-	w i ll-	d a rf-
du	k a nnst	m u sst	w i llst	d a rfst
er/sie/es	k a nn-	m u ss-	w i ll-	d a rf-
wir	können	müssen	wollen	dürfen
ihr	könnt	müsst	wollt	dürft
Sie/sie	können	müssen	wollen	dürfen

Vervoeg dürfen:
Hunde _____ mit in diesen Park.

1. darf
2. darfst
3. dürfen
4. dürft

Vul de juiste vorm in van kunnen:
Du ......... nicht mitgehen.

Vervoeg müssen:
Ihr _____ diese Aufgabe machen.

1. muss
2. musst
3. müssen
4. müsst

Vul de juiste vorm van mogen in:
...... ich etwas fragen?

Zelfstandig aan de slag

Iedereen gaat zelfstandig maken opdrachten 49B t/m 51 *online 5.5 / klas AB S 91) .  

Opdr 49B: vul de juiste vormen van de modale werkwoorden in

Opdr 50: kies het juiste werkwoord

Opdr 51: schrijf de juiste vorm op en vertaal het onderwerp en de persoonsvorm

Klaar? 52 Vertaal de woorden en noteer

Indien je thuis zit, ga je door met luisteropgaven 47 t/m 49

Modale werkwoorden zijn:

1. makkelijk
2. moeilijk
3. goed te doen
4. komt vast wel goed

Hausaufgaben

1.  Maken: 49 B t/m 51 (online 5.5 / AB S 91) indien je thuis les had vandaag ook maken 47 t/m 49

2. Leren: Lernbox 4 + gram B + C

Repetitie Kapitel 5 (TB S 96 t/m 99) woensdag 9 juni