6.4 Schakelingen (opg.20-22)

6.4 Schakelingen
Huiswerk opgaven 21 en 22
Opgave 20 als quiz
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

6.4 Schakelingen
Huiswerk opgaven 21 en 22
Opgave 20 als quiz

Slide 1 - Diapositive

Schakelingen doorrekenen ..

Slide 2 - Diapositive

"Ik snap het gewoon niet."
  • Je hebt het in havo-3 gehad.
  • Je leert de theorie uit het boek.
  • Je bekijkt video's met verschillende uitleg.
  • Je oefent de huiswerk opgaven.
  • En toch scoor je slecht.
  • Schakelingen doorrekenen vereist heel veel oefening.

Slide 3 - Diapositive

Serie: Spanning verdeelt zich
(1 + 2 + 6 = 9 V)
Weerstanden optellen

Slide 4 - Diapositive

Parallel: Stroom splitst zich
(I1 + I2 + I3 = IT)
Weerstanden 'omgekeerd' optellen

Slide 5 - Diapositive

20a. Wat gebeurt er met de spanning U1 over L1 als lampje L3 erbij komt?
A
U1 gaat omhoog
B
U1 gaat omlaag
C
U1 blijft gelijk
D
U1 is onbekend

Slide 6 - Quiz

20b. Wat gebeurt er met de stroom door L1 als lampje L3 erbij komt?
A
de stroom gaat omhoog
B
de stroom gaat omlaag
C
de stroom blijft gelijk
D
de stroom is onbekend

Slide 7 - Quiz

20c. Wat gebeurt er met L1 als lampje L3 erbij komt?
A
L1 gaat minder fel branden
B
L1 gaat feller branden
C
L1 blijft even fel branden
D
L1 gaat uit

Slide 8 - Quiz

20d. Wat gebeurt er met het door de bron geleverde vermogen P (= U . I) als lampje L3 erbij komt?
A
P wordt lager
B
P wordt hoger
C
P blijft gelijk
D
P is onbekend

Slide 9 - Quiz

20e. Wat gebeurt er met de spanning U1 over L1 als lampje L3 erbij komt?
A
U1 gaat omhoog
B
U1 gaat omlaag
C
U1 blijft gelijk
D
U1 is onbekend

Slide 10 - Quiz

20f. Wat gebeurt er met de stroom door L1 als lampje L3 erbij komt?
A
de stroom gaat omhoog
B
de stroom gaat omlaag
C
de stroom blijft gelijk
D
de stroom is onbekend

Slide 11 - Quiz

20g. Wat gebeurt er met L1 als lampje L3 erbij komt?
A
L1 gaat minder fel branden
B
L1 gaat feller branden
C
L1 blijft even fel branden
D
L1 gaat uit

Slide 12 - Quiz

20h. Wat gebeurt er met het door de bron geleverde vermogen P (= U . I) als lampje L3 erbij komt?
A
P wordt lager
B
P wordt hoger
C
P blijft gelijk
D
P is onbekend

Slide 13 - Quiz

Opgave 21a
  • Over de weerstand moet 1,5 V komen. Spanningen in serieschakeling tellen op: 1,5 + 3,0 = 4,5 V
  • Wet van Ohm over weerstand R2 (geef een naam, liefst nummer):
  • U2 = I2 . R2
  • 1,5 = 0,125 . R2
  • R2 = 12 Ω

Slide 14 - Diapositive

Opgave 21b
  • Wet van Ohm over totaal:
  • Utot = Itot . Rtot
  • 4,5 = 0,125 . Rtot
  • Rtot = 36 Ω

Slide 15 - Diapositive

Opgave 21c
  • Wet van Ohm over L1=R1:
  • U1 = I1 . R1
  • 3,0 = 0,125 . R1
  • R1 = 24 Ω
  • Weerstanden in serie optellen:
  • Rtot = R1 + R2
  • Rtot = 24 + 12
  • Rtot = 36 Ω

Slide 16 - Diapositive

Opgave 22a,b
  • Weerstanden in serie optellen:
  • Rtot = R1 + R2 + R3
  • Rtot = 47 + 83 + 120 = 250Ω 

Slide 17 - Diapositive

Opgave 22c
  • Wet van Ohm over totaal:
  • Utot = Itot . Rtot
  • 15 = Itot . 250
  • Itot = 0,060 A, dit is ook I1 !
  • Wet van Ohm over R1:
  • U1 = I1 . R1
  • U1 = 0,060 . 47
  • U1 = 2,8 V
  • (dit is 47/250 van Ubron = 15 V)

Slide 18 - Diapositive

Opgave 22d,e,f
  • Weerstanden parallel omgekeerd optellen:
  • 1/Rtot = 1/R1 + 1/R2 + 1/R3
  • 1/Rtot = 1/47 + 1/83 + 1/120
  • 1/Rtot = 0,042
  • Gtot = 0,042 S = 42 mS
  • Rtot = 1 / 0,042 = 24 Ω

Slide 19 - Diapositive

Opgave 22g
  • Wet van Ohm over totaal:
  • Utot = Itot . Rtot
  • 15 = Itot . 23,8
  • Itot = 0,63 A

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk voor morgen
Maak opgaven 24, 25, 26

Slide 21 - Diapositive