Prentenboek - LPT week 9

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

prentenboek

Even rondkijken...

De tekst in een prentenboek moet altijd rijmen.

1. Juist
2. Onjuist

Een prentenboek heeft alleen maar plaatjes.

1. Juist
2. Onjuist

Als je begint met het schrijven van het prentenboek hoef je nog niet te weten wat de plot is van het verhaal.

1. Juist
2. Onjuist

In een prentenboek zit nooit een diepere boodschap.

1. Juist
2. Onjuist

In een prentenboek zit
vaak een 'doe'- element.

1. Juist
2. Onjuist

De titel van je prentenboek bedenk je nadat je het verhaal geschreven hebt.

1. Juist
2. Onjuist

Aan de slag...

Kies een favoriet prentenboek die jij zelf vaak (voor)gelezen hebt (gekregen)..

Maak een mindmap op papier met pen/potlood/stift. Schrijf in het midden de titel van het prentenboek. Vul er omheen de antwoorden op de volgende vragen in. Mag met tekst, mag met tekeningen. Je mag (nog) niet je laptop gebruiken. 

- Wie komt er in het boek voor? (Hoofdpersoon/hoofdpersonen) 

- Waar speelt het verhaal zich af? (Situatie)

- Wat is het onderwerp van dit prentenboek? 

- Is de tekst geschreven op rijm? Zit er herhaling in de tekst? 

- Met welk materiaal of techniek zijn de plaatjes gemaakt? 

- Wat is de diepere boodschap in het boek? (Doel) 

- Kan je iets 'doen' in dit prentenboek? Zo ja, wat? (flapjes, opdrachtjes, pop-up, etc.)

- Wat maakt dit boek zo leuk of interessant? Waarom spreekt het jou vooral aan? 

- 

Je mag nu online zoeken op informatie over dit prentenboek. Vul je mindmap aan. 

- Wie heeft het boek geschreven? Welke informatie kun je vinden over de schrijver? 

- Wie is de illustrator van het prentenboek? Wat kun je vinden over deze illustrator?

- Hoeveel bladzijdes heeft dit prentenboek?

- Wat kun je vertellen over de illustraties uit dit prentenboek? (Materiaal, kleurgebruik, techniek, vorm, etc)

- Wat is er te zien op de illustraties in het boek?