Oefentoets omgeving

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Oefentoets OMGEV

Periode 1 

2022-2023

Een van je taken als pedagogisch medewerker in een kindercentrum is het onderhouden van de ruimte. Schoonmaken is daar een onderdeel van.
Bij het schoonmaken werk je altijd van

1. Boven naar beneden
2. van beneden naar boven

Een van je taken als pedagogisch medewerker in een kindercentrum is het onderhouden van de ruimte. Schoonmaken is daar een onderdeel van.
Bij het schoonmaken werk je altijd van

1. Schoon naar vuil
2. Van vuil naar schoon

Een van je taken als pedagogisch medewerker in een kindercentrum is het onderhouden van de ruimte. Schoonmaken is daar een onderdeel van.
Als je vingerafdrukken op het raam wilt schoonmaken, gebruik je het beste

1. allesreiniger
2. groene zeep
3. glasreiniger
4. alcohol

Een van je taken als pedagogisch medewerker in een kindercentrum is het onderhouden van de ruimte. Schoonmaken is daar een onderdeel van.
Voor het schoonmaken van een harde gladde vloer kun je het beste gebruik maken van een

1. stofzuiger
2. stofwisser
3. bezem
4. blazer

Een van je taken als pedagogisch medewerker in een kindercentrum is het onderhouden van de ruimte. Schoonmaken is daar een onderdeel van.
Voor het schoonmaken van de verschoontafel kun je het beste

1. billendoekje
2. desinfectiemiddel
3. spray met schoonmaakmiddel
4. doekje met allesreiniger

Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Speelgoed van baby's dat ze in de mond kunnen stoppen.

1. dagelijks
2. wekelijks
3. maandelijks
4. 1x per jaar

Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Verkleedkleren

1. dagelijks
2. wekelijks
3. maandelijks
4. 1x per jaar

Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Boxkleed

1. dagelijks
2. wekelijks
3. maandelijks
4. 1x per jaar

Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Verschoonhoek

1. dagelijks
2. wekelijks
3. maandelijks
4. 1x per jaar

Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Aankleedkussen

1. dagelijks
2. wekelijks
3. maandelijks
4. Na iedere verschoning

Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
legoblokjes

1. dagelijks
2. wekelijks
3. maandelijks
4. Na iedere verschoning

Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Puzzels

1. dagelijks
2. wekelijks
3. maandelijks
4. Na iedere verschoning

Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
knuffel van een baby

1. dagelijks
2. wekelijks
3. maandelijks
4. Na iedere verschoning

Welke stelling is juist?

1. Opruimen gaat het gemakkelijkst als alles een vaste plek heeft.
2. Kleine kinderen zijn al goed in staat om orde aan te brengen in de speelruimte van een kindercentrum.

1. Alleen stelling 1 is juist
2. Alleen stelling 2 is juist
3. stelling 1 en 2 zijn juist
4. stelling 1 en 2 zijn onjuist

Zijn onderstaande stellingen juist of onjuist?

Stelling 1: Zelfredzaamheid ontstaat vanzelf. Dit hoef je een kind niet aan te leren.
Stelling 2: Bij kinderen met een lichamelijke, verstandelijke of meervoudige beperking is er sprake van een achterstand in de zelfredzaamheid.

1. Alleen stelling 1 is juist
2. Alleen stelling 2 is juist
3. stelling 1 en 2 zijn juist
4. stelling 1 en 2 zijn onjuist

Welke stelling is juist?

1. Een huisstofmijt is een soort spinnetje van 0,2 cm groot.
2. De pedagogisch werker moet de structuur in het opruimen aanbrengen, anders wordt het een chaos.

1. Alleen stelling 1 is juist
2. Alleen stelling 2 is juist
3. stelling 1 en 2 zijn juist
4. stelling 1 en 2 zijn onjuist

Er ontstaat kortsluiting in de meterkast. Dit gevaar wordt veroorzaakt door

1. Menselijk handelen
2. technische fout
3. de natuur

Het brandalarm gaat af vanwege aangebrande koekjes in de over. Dit gevaar wordt veroorzaakt door

1. Menselijk handelen
2. technische fout
3. de natuur

Schoonmaakmiddelen voor het verkeerde doeleind gebruiken. Dit gevaar wordt veroorzaakt door

1. Menselijk handelen
2. technische fout
3. de natuur

Leg uit;
gezondheid is?

1. Een vorm van kritisch denken, sociale contacten en lichamelijk welbevinden.
2. Een toestand van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden.
3. Een situatie waarbij de sociale en mentale ontwikkeling goed verloopt.

Waar bestaat een gezonde leefstijl uit?
Selecteer 1 van de onderstaande antwoorden.

1. Een vorm van kritisch denken, sociale Voldoende water drinken, goede hygiëne, ontbijten & lunchen.
2. Voldoende eten, plezierbeleving, mentaal welbevinden.
3. Voldoende bewegen, gevarieerd eten, voldoende slapen en regelmatig ontspannen.
4. Voldoende wandelen, sociale contacten, veel slaap en de juiste balans.

Waarom is een goede nachtrust erg belangrijk?
Selecteer 1 van de onderstaande antwoorden.

1. Een vorm van kritisch denken, sociale Tijdens de slaap herstelt je lichaam, rust de geest uit en ontspannen de spieren.
2. Tijdens de slaap ontstaat er nieuwe energie, vervolgens kun je beter functioneren.
3. Tijdens de slaap ben je volledig ontspannen en krijgt het lichaam de juiste rust.
4. Tijdens de slaap herstelt je lichaam en krijgen de hersenen voldoende rust.

Hygiëne is?
Selecteer 1 van de onderstaande antwoorden.

1. Een vorm van diverse handelingen onder andere tandenpoetsen, haren kammen, douchen en gezond leven.
2. Het geheel aan maatregelen en handelingen die gericht zijn op het bestrijden van ziekteverwerkers o.a. schoonhouden van lichaam, kleding en omgeving.
3. Alert zijn qua uiterlijke- en gezonde aspecten, zoals; handen wassen, nagels knippen, fris ruiken en nette kleding.

In samenwerking met wie is de hygiënecode opgesteld? Selecteer 1 van de onderstaande antwoorden.

1. Tussen medewerkers van de Brancheorganisatie kinderopvang, de MO-groep, Jeugdzorg Nederland, externe deskundigen en vertegenwoordigers van de organisaties waarop deze van toepassing zijn.
2. Tussen medewerkers van de Brancheorganisatie hygiëne, de MO-groep, Jeugdzorg Nederland, externe deskundigen en wetenschappers van de organisaties waarop deze van toepassing zijn.
3. Tussen medewerkers van de Brancheorganisatie kind & welzijn, de GGD, Jeugdzorg Nederland, externe deskundigen en wetenschappers van de organisaties waarop deze van toepassing zijn.

Waar zijn de Gezonde School en de Gezonde Kinderopvang op gericht? Selecteer 1 van de onderstaande antwoorden.

1. Programma’s die zich richten op het bevorderen van sociale & mentale factoren, hierbij werken ze aan gezondheidsthema’s.
2. Programma’s die zich richten op het bevorderen van een gezonde leefstijl, hierbij werken ze aan gezondheidsthema’s.
3. Programma’s die zich richten op het bevorderen persoonlijke hygiëne, hierbij werken ze aan gezondheidsthema’s.

Geef de betekenis van de letters GGD.
Selecteer 1 van de onderstaande antwoorden.

1. Gemeentelijke Geestelijke dienst
2. Gemeentelijke Gedragsindicatie dienst
3. Gemeentelijke Gezamenlijke dienst
4. Gemeentelijke Gezondheidsdienst

Waar moet je bij het schoonmaken goed op letten?

1. Veiligheid, Gezondheid, Milieu
2. Veiligheid, Ergonomie, Milieu
3. Milieu, Hygiëne, Veiligheid
4. Veiligheid, Vaardigheid, Gezondheid

Een desinfectiemiddel gebruik je:
Selecteer twee antwoorden.

1. Voor het ontdoen van een oppervlak of voorwerp van bacteriën.
2. Voor alle oppervlakten en voorwerpen.
3. Om regelmatig schoon ten maken.
4. Om het verschoonkussen schoon te maken

Is chloor schadelijk voor mens en milieu? Er is één goed antwoord

1. Nee, want in het zwembad zit ook chloor
2. Ja, chloor is schadelijk voor mens en milieu
3. Nee, het is alleen schadelijk voor het milieu

Gevaaraanduidingen
Informatie over veiligheid op schoonmaakmiddelen is verplicht. Meestal staat de informatie in de vorm van gevaarpictogrammen op het etiket van de schoonmaakmiddelen.
Naast de pictogrammen staat er op de etiketten wat er kan gebeuren als je het schoonmaakmiddel verkeerd gebruikt.
Welke zin is een gevaaraanduiding en welke zin is een mogelijke waarschuwing?
Damp niet inademen

1. Gevaaraanduiding
2. Waarschuwing

Gevaaraanduidingen
Informatie over veiligheid op schoonmaakmiddelen is verplicht. Meestal staat de informatie in de vorm van gevaarpictogrammen op het etiket van de schoonmaakmiddelen.
Naast de pictogrammen staat er op de etiketten wat er kan gebeuren als je het schoonmaakmiddel verkeerd gebruikt.
Welke zin is een gevaaraanduiding en welke zin is een mogelijke waarschuwing?
Veroorzaakt huidirritatie

1. Gevaaraanduiding
2. Waarschuwing

Gevaaraanduidingen
Informatie over veiligheid op schoonmaakmiddelen is verplicht. Meestal staat de informatie in de vorm van gevaarpictogrammen op het etiket van de schoonmaakmiddelen.
Naast de pictogrammen staat er op de etiketten wat er kan gebeuren als je het schoonmaakmiddel verkeerd gebruikt.
Welke zin is een gevaaraanduiding en welke zin is een mogelijke waarschuwing?
Licht ontvlambare vloeistof of damp

1. Gevaaraanduiding
2. Waarschuwing

Gevaaraanduidingen
Informatie over veiligheid op schoonmaakmiddelen is verplicht. Meestal staat de informatie in de vorm van gevaarpictogrammen op het etiket van de schoonmaakmiddelen.
Naast de pictogrammen staat er op de etiketten wat er kan gebeuren als je het schoonmaakmiddel verkeerd gebruikt.
Welke zin is een gevaaraanduiding en welke zin is een mogelijke waarschuwing?
Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product

1. Gevaaraanduiding
2. Waarschuwing

Gevaaraanduidingen
Informatie over veiligheid op schoonmaakmiddelen is verplicht. Meestal staat de informatie in de vorm van gevaarpictogrammen op het etiket van de schoonmaakmiddelen.
Naast de pictogrammen staat er op de etiketten wat er kan gebeuren als je het schoonmaakmiddel verkeerd gebruikt.
Welke zin is een gevaaraanduiding en welke zin is een mogelijke waarschuwing?
Schadelijk bij inslikken

1. Gevaaraanduiding
2. Waarschuwing

Gevaaraanduidingen
Informatie over veiligheid op schoonmaakmiddelen is verplicht. Meestal staat de informatie in de vorm van gevaarpictogrammen op het etiket van de schoonmaakmiddelen.
Naast de pictogrammen staat er op de etiketten wat er kan gebeuren als je het schoonmaakmiddel verkeerd gebruikt.
Welke zin is een gevaaraanduiding en welke zin is een mogelijke waarschuwing?
Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen

1. Gevaaraanduiding
2. Waarschuwing

Veilig bewaren
Schoonmaakmiddelen moet je veilig bewaren. Kinderen mogen niet per ongeluk schoonmaakmiddelen binnenkrijgen.
Waar moet je aan denken bij het veilig bewaren van schoonmaakmiddelen?
Kies twee antwoorden.

1. Sluit de schoonmaakmiddelen goed af, en zet ze in een afgesloten kastje, liefst hoog.
2. Laat de ruimte die schoongemaakt hebt netjes en veilig achter.
3. Zet de schoonmaakmiddelen die je die dag gaat gebruiken alvast klaar op het aanrecht.
4. Zorg dat iedereen in de groepsruimte makkelijk bij de schoonmaak middelen kan komen.

veilige buitenruimte
De buitenruimte van de kinderopvang of BSO wordt veel gebruikt. Bij het gebruik van de buitenruimte is het van groot belang om te zorgen voor veiligheid.
CASUS
Vandaag werkt José op de peutergroep en er zijn niet zo veel kinderen. Ze besluit om met de kinderen buiten te spelen. José moet alert blijven op de risico’s bij het buitenspelen met peuters.
Welke antwoorden zijn onjuist?

1. Als pedagogisch medewerker moet je voorkomen dat kinderen blauwe plekken krijgen
2. Als pedagogisch medewerker moet je tijdens het buitenspelen de kinderen aanleren hoe ze om kunnen gaan met kleine risico’s
3. Bij het buitenspelen mogen kinderen leren om te gaan met kleine risico’s
4. Als pedagogisch medewerker moet je de kinderen beschermen tegen grote risico’s

Veilig in de organisatie
Branddriehoek
Brand ontstaat nooit zomaar. Het ontstaan van brand heeft 3 factoren nodig. Welke factoren horen in deze driehoek thuis?

1. Zuurstof, water, lucifers
2. Zuurstof, benzine, blusdeken
3. Zuurstof, temperatuur, brandstof
4. Temperatuur, brandstof, lucifers

Actie bij brand
Op welke manieren kun je de brandweer alarmeren als er een brand ontstaan is op jou kinderopvang? (meerdere antwoorden mogelijk)

1. Indrukken van de brandhandmelder
2. Bel de BHV-er van de locatie waar je werkt
3. Schreeuw om hulp en noem de plaats waar je bent
4. 112 bellen

Veilig buiten de organisatie
Bij het organiseren van een ‘uitje’ speelt de veiligheid van de kinderen bij verschillende zaken een rol. Daarbij kun je rekening houden met de volgende aspecten:
(noem het juiste antwoord)

1. Toestemming van de ouders, tellen van de kinderen, afspraken met de ouders, herkenbaarheid, EHBO set meenemen
2. Toestemming van de ouders, tellen van de kinderen, afspraken met de kinderen, herkenbaarheid, EHBO set meenemen
3. Toestemming van de kinderen, tellen van de kinderen, afspraken met de kinderen, herkenbaarheid, mobiele telefoon meenemen om 112 te bellen
4. Toestemming van de ouders, tellen van de kinderen, afspraken met de kinderen, mondkapjes meenemen, EHBO set meenemen

VRAAG 00272629
Stelling 1:
Ouders/verzorgers die geen toestemming geven voor een activiteit buiten de kinderopvang moeten bij de volgende activiteit als begeleider mee van de activiteit
Stelling 2:
Om de herkenbaarheid van kinderen te vergroten tijdens een activiteit buiten de kinderopvang kunnen de kinderen herkenbare hesjes dragen met bijvoorbeeld de naam van de organisatie erop
Welk antwoord is juist?

1. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
2. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
3. Stelling 1 is juist, stelling 2 is juist
4. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is onjuist