Week 16 - taalverzorging/column

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Welkom DHV3!

Deze les:

- Lezen uit je leesboek

- Dilemma op dinsdag

- Herhalen zinsontleding

- Leerdoelen toets laatste les voor de vakantie

- De column

- Aan de slag

Lezen uit je leesboek

Als je een O of M voor boekopdracht 2 recensie hebt gekregen, ga je deze eerst opnieuw verbeteren en inleveren.

Dilemma op dinsdag

Zinsontleding

Ontleed de volgende zin:

De meisjes gaan in de meivakantie kleren en sieraden kopen.

Noteer de persoonsvorm (PV), het onderwerp (OW), werkwoordelijk gezegde (WG) en lijdend voorwerp (LV).

Leg bij elke stap uit hoe je tot dat antwoord bent gekomen.

Zelfstandige opdracht

Schrijf een korte tekst van minimaal 8 regels over een onderwerp naar keuze. 

Vind je dat lastig? Je bent naar de Efteling geweest en je vertelt hierover.

Let op: 

- Gebruik alleen maar doe-zinnen 

- Zorg ervoor dat er een paar zinnen zijn met een lijdend voorwerp (LV)

Duo-opdracht

Ruil van tekst met je buur.

Ga de zinnen ontleden: persoonsvorm (PV), onderwerp (OW), werkwoordelijk gezegde (WG) en mogelijk lijdend voorwerp (LV)

Ruil daarna weer terug en bespreek de antwoorden.

Leerdoelen

- Ik kan de pv, ow, wwg en lv benoemen in een zin.

- Ik kan (lastige) werkwoorden op de juiste manier schrijven.

- Ik kan Engelse werkwoorden op de juiste manier schrijven.

- Ik kan uitleggen hoe een column is opgebouwd.

- Ik kan de inleiding van een column schrijven.

- Ik kan het slot van een column schrijven.

- Ik kan creatieve elementen toevoegen aan mijn column, zoals humor, ironie, of persoonlijke anekdotes.

- Ik kan foutloos schrijven.

Wat is een column?

Zoek op Google uit wat een column is.

Noteer in je eigen woorden in één regel wat het is.

Kan je een voorbeeld vinden? 

Column

Een column is een kort, persoonlijk stukje tekst waarin de schrijver zijn of haar mening, visie of ervaring deelt over een bepaald onderwerp. 

Het is vaak te vinden in kranten, tijdschriften of op websites en heeft meestal een informeel karakter.

Kenmerken

- Subjectief: de mening/visie van de schrijver komt duidelijk naar voren

- Persoonlijkheid: de toon heeft een persoonlijke stijl, inclusief humor, ironie en persoonlijke anekdotes

- Actueel onderwerp

- Opiniërend: de schrijver geeft zijn of haar mening of standpunt over het onderwerp, vaak met argumenten om dit te ondersteunen

Opbouw

- Inleiding: pakkende vraag, leuke anekdote, prikkelende uitspraak over het onderwerp

 

- Middenstuk: schrijver deelt zijn mening aan de hand van ervaringen, feiten, observaties

- Slot: samenvatting van de belangrijkste punten en aanzetten tot actie/nadenken

Opdracht

We lezen gezamenlijk de volgende column: https://www.nieuwwij.nl/actueel/column-sara-kroos-respect-man-m-v/

Tijdens het lezen bedenk je waar het over gaat. Wat is het doel van de schrijver (=de boodschap)?

Opdracht

-Noteer minimaal 2 tops voor de schrijver

-Noteer mogelijk een tip 

Baseer je antwoord op je aantekeningen over de opbouw van de column.

https://www.nieuwwij.nl/actueel/column-sara-kroos-respect-man-m-v/

 

Klaar? Ga online oefenen met verwijswoorden of zinsontleding.

Welkom DHV3!

Deze les:

- Lezen uit je leesboek

- Werkwoorden- en verwijswoordenquiz

- Herhalen column

- Aan de slag

Lezen uit je leesboek

Als je een O of M voor boekopdracht 2 recensie hebt gekregen, ga je deze eerst opnieuw verbeteren en inleveren.

Max Verstappen heeft dit weekend niet ..... (racen).

Voor de vakantie ..... (downloaden) hij muziek op zijn mobiel.

Hij is heel erg ...... (stressen) voor de toets.

De leerling ..... (googelen) naar het juiste antwoord op internet.

De handdoek ... daar hangt, is vies.

1. die
2. deze
3. dat
4. dit

Het oud papier ... maandag wordt opgehaald, stond er eigenlijk al een maand.

1. die
2. deze
3. dat
4. dit

De moeder van het meisje die daar staat, is heel aardig.

Wie is aardig? Dus: naar wie verwijst die?

1. De moeder
2. Het meisje

De buurjongen is de broer van het meisje dat bij mij in de klas zit.

Naar wie verwijst dat? Hoe wee je dat?

1. de buurjongen
2. de broer
3. het meisje
4. mij

Wat is een column?

Column

Een column is een kort, persoonlijk stukje tekst waarin de schrijver zijn of haar mening, visie of ervaring deelt over een bepaald onderwerp. 

Het is vaak te vinden in kranten, tijdschriften of op websites en heeft meestal een informeel karakter.

Kenmerken

- Subjectief: de mening/visie van de schrijver komt duidelijk naar voren

- Persoonlijkheid: de toon heeft een persoonlijke stijl, inclusief humor, ironie en persoonlijke anekdotes

- Actueel onderwerp

- Opiniërend: de schrijver geeft zijn of haar mening of standpunt over het onderwerp, vaak met argumenten om dit te ondersteunen

Opbouw

- Inleiding: pakkende vraag, leuke anekdote, prikkelende uitspraak over het onderwerp

 

- Middenstuk: schrijver deelt zijn mening aan de hand van ervaringen, feiten, observaties

- Slot: samenvatting van de belangrijkste punten en aanzetten tot actie/nadenken

Column: opdracht

We lezen gezamenlijk een column van de burgemeester over fatbikes. 

Column: opdracht

1. Welke kenmerken van een column herken je hierin terug? Leg je antwoord uit in een hele zin.

2. Wat doet de schrijver goed in de inleiding en in het middenstuk? Noteer 2 tops.

3. Je ziet het goed, deze column heeft een inleiding en een middenstuk. Het slot ontbreekt. Deze ga jij nu schrijven. Gebruik hiervoor minimaal 50 woorden.

Tip: wat moet er in het slot staan? Wat is het doel van het slot?

Aan het einde van de les is deze opdracht af en heb je geoefend met moeilijke werkwoorden (in je online werkboek hoofdstuk 1 tot en met 6 werkwoordspelling)

Welkom DHV3!

Deze les:

- Lezen uit je leesboek

- Werkwoorden- en verwijswoordenquiz

- Terugblik column

- Aan de slag

Lezen uit je leesboek

Als je een O of M voor boekopdracht 2 recensie hebt gekregen, ga je deze eerst opnieuw verbeteren en inleveren.

Jij ..... (vinden) hem niet aardig.

...... (vinden) jij hem niet aardig?

De boom bij ons in de tuin ..... (branden) vorige week helemaal.

Dat is vorige week bij ons ...... (gebeuren).

Het duurste ..... hij ooit heeft gekocht, is een Rolex.

1. wat
2. dat

De mensen .... ik ben, ken ik van de volleybal.

1. waarmee
2. met wie

De wedstrijd, ..... ik dacht dat hij zou worden afgelast, gaat toch door.

Het dochtertje van de buurvrouw dat jarig is, krijgt van mij een cadeau.

Wie is er jarig? Dus: naar wie verwijst dat?

1. het dochtertje
2. de buurvrouw

Column

Hoe is deze opgebouwd?

Inleiding

Middenstuk

Slot

Opbouw

- Inleiding: pakkende vraag, leuke anekdote, prikkelende uitspraak over het onderwerp

 

- Middenstuk: schrijver deelt zijn mening aan de hand van ervaringen, feiten, observaties

- Slot: samenvatting van de belangrijkste punten en aanzetten tot actie/nadenken

Terugblik column

Zo’n fatbike ziet er stoer uit. En als ‘iedereen’ in de klas een fatbike heeft, tja, dan moet uw kind natuurlijk ook zo’n fiets. Maar denk, voordat u zo’n fiets voor uw kind aanschaft, vooral aan de veiligheid van uw kind en die van de andere weggebruikers. Want niemand wil wakker worden in een ziekenhuis.

Wat moet erin staan?

- samenvatting van de belangrijkste punten en aanzetten tot actie/nadenken

- de toon heeft een persoonlijke stijl, inclusief minimaal een van de volgende aspecten: humor, ironie en persoonlijke anekdotes 

Column: opdracht

We lezen gezamenlijk een column over hoe bijzonder wc-papier is (historisch gezien).

Column: opdracht

1. Welke kenmerken van een column herken je hierin terug? Leg je antwoord uit in een hele zin.

2. Wat doet de schrijver goed in het middenstuk en slot? Noteer 2 tops.

3. Je ziet het goed, deze column heeft een middenstuk en een slot. De inleiding ontbreekt. Deze ga jij nu schrijven. Gebruik hiervoor minimaal 50 woorden.

Tip: wat moet er in de inleiding staan? Wat is het doel van de inleiding?

Aan het einde van de les is deze opdracht af en heb je geoefend met moeilijke werkwoorden (in je online werkboek hoofdstuk 1 tot en met 6 werkwoordspelling)