M2 PTO 1 22-23 HS 2

Wat is geen chartaal geld?
A
Schelpjes
B
Muntjes
C
Pinpas
D
Briefgeld
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat is geen chartaal geld?
A
Schelpjes
B
Muntjes
C
Pinpas
D
Briefgeld

Slide 1 - Quiz

Op mijn rekening staat € 50,-. In mijn portemonnee zit €10,-. In de kantine betaal ik €3,- contant voor een broodje. Ook krijg ik €5,- zakgeld gestort. Bereken het saldo van mijn chartale en girale geld.

Slide 2 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen directe en indirecte ruil? Je mag ook voorbeelden geven.

Slide 3 - Question ouverte

Noem een voordeel en een nadeel van elektronisch betalen

Slide 4 - Question ouverte

Wat is geen spaarmotief?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen voor rente
C
Sparen voor geldtekort
D
Sparen uit voorzorg

Slide 5 - Quiz

Op de website van Coolblue vergelijk ik de prijzen van verschillende laptops met elkaar. Welke geldfunctie is dit?
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel

Slide 6 - Quiz

Met een vriend ruil ik een DVD voor een game. Welke geldfunctie is dit?
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel
D
Geen van allen

Slide 7 - Quiz

In de winkel betaal ik voor een nieuwe broek. Welke geldfunctie is dit?
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel
D
Geen van allen

Slide 8 - Quiz

Ik stort € 200 op mijn spaarrekening. Ik krijg van de bank 3% rente. Bereken de rente in euro's.
A
€ 4,-
B
€ 6,-
C
€ 60,-
D
€ 40,-

Slide 9 - Quiz

Ik stort op mijn spaarrekening € 1.000,-. Ik ontvang 5% rente per jaar. Bereken de rente die ik krijg na 6 maanden. Geef ook je berekening.

Slide 10 - Question ouverte