Les 36.2 - Tandwielen - 3H1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

§1.3 Overbrengingen

deel 2 - tandwielen

Lesplanning:

1. Korte herhaling katrollen
2. Starten opgaven §1.3
3. Uitleg tandwielen 
4. Opdrachten §1.3 afronden.

CP H1

over twee weken

Form. toets hefbomen

volgende les

Tandwielen

Aan het einde van deze les kan je ...

• rekenen aan tandwieloverbrengingen;
• bereken hoeveel kracht je nodig hebt om met een bepaalde katrol een massa op te tillen.

Hoeveel keer wordt de kracht verkleind door het katrol?

1. niet.
2. 2x
3. 3x
4. 4x

De kist heeft een gewicht van 1000 N. Hoe groot is de benodigde spierkracht?

1000 N

500 N

333 N

250 N

200 N

Aan de slag

Maken en nakijken 

§1.3 opgave 25, 26, 28, 29, 30 en 32

Tandwielen kunnen...

• sneller of juist trager rond laten draaien;
• draairichting veranderen;
• kracht vergroten of verkleinen.

demo

Wat je wint aan kracht, verlies je aan afstand.

Katrol

Tandwielen

Wat je wint aan kracht, verlies je aan afstand.

Katrol

50

10

Proefje

Kijkersvragen: 

1. Welke fiets trekt het snelste op? 
2. Welke fiets haalt de grootste eindsnelheid?
3. Waar ligt de ketting bij de zwaarte versnelling? En waar bij de lichtste versnelling?

Twee fietsen met versnellingen en open kettingkast racen tegen elkaar.
Eén fiets in de lichtste versnelling de ander in de zwaarste. 

Het verzet

Het aantal meter dat je aflegt door één keer met je trappers rond te gaan.

50

10

Omtrek wiel: 2,0 m

Deze fiets trapt...

1. heel zwaar.
2. heel licht.

Om berg op te fietsen...

1. voor groot tandwiel achter groot tandwiel
2. voor klein tandwiel achter klein tandwiel
3. voor groot tandwiel achter klein tandwiel
4. voor klein tandwiel achter groot tandwiel

Voor klein, achter groot.

Katrol

Het voorblad heeft 32 tanden. Het achter blad heeft 8 tanden.
Hoe vaak draait het achterwiel rond?

1. 8 maal
2. 6 maal
3. 4 maal
4. 2 maal

Het voorblad heeft 32 tanden. Het achter blad heeft 16 tanden. De omtrek van het wiel is 2,0 m.
Hoe groot is het verzet?

1. 2,0 m
2. 4,0 m
3. 6,0 m
4. 8,0 m

Formatieve toets hefbomen

Als je klaar bent:

Afronden §1.3 opgave 25 t/m 36

Let op! Vorige les ben je al gestart met 25, 26, 28, 29, 30 en 32

Korte pauze

Tandwiel 1 draait naar links.

Naar welke kant draait tandwiel 6?

Huiswerk

Maken en nakijken 

§1.3 opgave
25 t/m 32, 34, 35 en 36

Begin van de les al gestart met  25, 26, 28, 29, 30 en 32

Nog moeite met de theorie over tandwielen bekijk dan eerst dit filmpje.

Tandwielen

Aan het einde van deze les kan je rekenen aan tandwieloverbrengingen.

Waarom zo'n 

hoog wiel?

Hoeveel keer wordt de kracht verkleind door het katrol?

1. niet.
2. 2x
3. 3x
4. 4x