39. Werkwoordelijk gezegde

Doel:  Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.    
Goedemorgen, 

Start je laptop en LessonUp alvast op.

Leg ook je boek en schrijfmateriaal klaar.


208 - 209
online
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Doel:  Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.    
Goedemorgen, 

Start je laptop en LessonUp alvast op.

Leg ook je boek en schrijfmateriaal klaar.


208 - 209
online

Slide 1 - Diapositive

Hoe zat het ook al weer?
Voorkennis: 
- werkwoord
- persoonsvorm
- onderwerp



Slide 2 - Diapositive

-Alle werkwoorden + aantal + pv-

Ik luister naar mijn favoriete muziek via Spotify.

Slide 3 - Question ouverte

Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden' alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.
Werkwoorden
Geen werkwoord
huis
goede bedoelingen
verhuizen
heb willen houden
zijn
zijn hond

Slide 4 - Question de remorquage



Doel: Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden. 

Slide 5 - Diapositive

Instructie: video-uitleg                 + lezen instr.tekst

Slide 6 - Diapositive

Bg. inoefening ww - pv -ow - wg  en zinsdelen
  • Heb jij de datum van vandaag op het PW gezet?



  • De presentatrice van het journaal draagt een gele broek.

Slide 7 - Diapositive

kleine lesafsluiting  -  5 minuten
volgende slides
volgende slides

Slide 8 - Diapositive


De persoonsvorm hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Mijn koptelefoon maakt geen contact met mijn mobiel.

Persoonsvorm (pv) =
A
Mijn koptelefoon
B
maakt
C
mobiel
D
contact

Slide 10 - Quiz

Mijn koptelefoon maakt geen contact met mijn mobiel.


Het werkwoordelijk gezegde (wg)=
A
Mijn koptelefoon
B
maakt
C
maakt contact
D
mijn mobiel

Slide 11 - Quiz

Mijn koptelefoon maakt geen contact met mijn mobiel.


Het onderwerp (ow)=
A
Mijn koptelefoon
B
maakt
C
maakt contact
D
mijn mobiel

Slide 12 - Quiz

Gebruik het ww en maak het wg langer.

hebben Mona maakt voor de hele familie cupcakes.

Slide 13 - Question ouverte

Online / boek
                       Planning les 39 met IP                    Planning Les 33
 

                        Planning les 39 (1-5 IP)                 Planning Les 33



Noteer het huiswerk: vrijdag 26 januari: Ne Planning les 39


   online
Klaar
online
Klaar

Slide 14 - Diapositive

werkwoordelijk gezegde?

Hij heeft gisteren zijn pap niet gegeten.
A
hij heeft
B
heeft
C
heeft gegeten
D
heeft zijn pap gegeten

Slide 15 - Quiz

Het werkwoordelijk gezegde?

Wie was er vanmiddag aan het spelen?
A
wie
B
was
C
was spelen
D
was aan het spelen

Slide 16 - Quiz


Ik kan het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden.
Ja
Nee
Bijna

Slide 17 - Sondage

Slide 18 - Diapositive

Wat zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 19 - Quiz

Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 20 - Quiz

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 21 - Quiz

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, ijzeren, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 22 - Quiz

Wat is 'de' voor woordsoort?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bepaald lidwoord
D
onbepaald lidwoord

Slide 23 - Quiz

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden

Die gekke Tommy gooide zijn nieuwe iPhone zo in de plastic afvalbak.

Slide 24 - Question ouverte