Les 4 - woordenschat

Welkom in de les!
Jas aan de kapstok

Telefoon in de koffer
timer
5:00
socialiseren
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de les!
Jas aan de kapstok

Telefoon in de koffer
timer
5:00
socialiseren

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:

  • Lesdoel.
  • Instructie
  • Zelfstandig werken
  • Evaluatie.

Slide 2 - Diapositive

lesdoel
Aan het eind van de les weet ik hoe ik de betekenis van onbekende woorden kan vinden, waardoor ik een tekst kan begrijpen.

Slide 3 - Diapositive

Instructie
Je hebt de volgende manieren geleerd om een tekst beter te begrijpen:
  • Zoek de betekenis van moeilijke woorden in de tekst. Let op synoniemen, omschrijvingen, voorbeelden, tegenstellingen en bekende woorddelen.
  • Zoek bij officiële taal de belangrijkste woorden op en probeer te snappen wat er precies staat.
  • Let op figuurlijk taalgebruik. Bedoelt de schrijver wel precies wat er staat?
  • Let op woorden met meerdere betekenissen. Welke betekenis van het woord past in de tekst?

Slide 4 - Diapositive

Instructie
  • Let op overdrijvingen en ironie: maakt de schrijver iets groter, mooier of erger? Bedoelt hij het wel serieus of bedoelt hij bijvoorbeeld juist het tegenovergestelde?
  • Gebruik een (online)woordenboek als je niet zeker bent van de betekenis van belangrijke woorden.

Slide 5 - Diapositive

Toepassing
In het woordenboek vind je 
voor ‘verhitte’ deze twee 
betekenissen. Welke betekenis
past bij de strip?
  • erg opgewonden
  • (verhitte, heeft verhit) heet
maken


Slide 6 - Diapositive

Toepassing
Zebra en Giraffe gebruiken
allebei een uitdrukking.
Gebruiken ze het letterlijk, of 
figuurlijk?

Slide 7 - Diapositive

Toepassing
timer
20:00
Woordenschat, hoofdstuk 4, 5 en 6. Volgende week woensdag moet alles af zijn. 

Slide 8 - Diapositive

Evaluatie
Heb jij je lesdoel behaald?

Laat met een zin zien dat jij jouw doel hebt behaald. 


Ik kan:
 - een overdrijving herkennen.
- ironisch taalgebruik herkennen en weet wat er eigenlijk bedoeld wordt. 
 

Slide 9 - Diapositive

Fijn weekend alvast!

Slide 10 - Diapositive