Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Diapositive

Wat is een bijvoeglijk naamwoord? Of geef een voorbeeld van een bijv.nw

Slide 2 - Question ouverte

Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Het past zich in het Frans aan, aan het zelfstandig naamwoord waar het achter (of voor staat).

Een blauwe hond.  -  Un chien bleu
Een blauwe koe. - Une vache bleue
Twee blauwe honden. - Deux chiens bleus.
Twee blauwe koeien. - Deux vaches bleues.

Slide 3 - Diapositive

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
meervoud
Welke letters komen achter het bijvoeglijk naamwoord? Bij de regelmatige vormen.
Neem deze tabel over in je schrift!
-e
-es
-s
- (geen letters)

Slide 4 - Question de remorquage

J'ai une ____ chambre. (grand)
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 5 - Quiz

Ils ont des chats ____ . (actif)
A
actif
B
active
C
actifs
D
actives

Slide 6 - Quiz

Uitzonderingen! Onregelmatige vormen
man.enk- vrouw. enk
bon- bonne
beau- belle
nouveau- nouvelle
vieux- vieille
man.enk - vrouw.enk
ien- ienne (canadien/ canadienne)
eux- euse (curieux/ curieuse)
if- ive (actif/ active)

Slide 7 - Diapositive

C'est un ___ lapin.
A
beau
B
beaux
C
belle
D
belles

Slide 8 - Quiz

Les maisons (v) sont ____.
A
nouveau
B
nouveaux
C
nouvelle
D
nouvelles

Slide 9 - Quiz

Les garçons sont ________ (amoureux)
A
amoureux
B
amoureuxs
C
amoureuse
D
amoureuses

Slide 10 - Quiz

 PLAATS van het bijv.nw in de zin
Schrijf op!

Slide 11 - Diapositive

In het Frans, staan de meeste bijvoeglijke naamwoorden achter het zelfstandig naamwoord.

--> Un chat noir. / Une fille adorable. / Des vaches blanches.



Neem over in je schrift!

Slide 12 - Diapositive

Uitzonderingen!
Sommige bijvoeglijke naamwoord staan vóór het zelfstandig naamwoord. Die moet je onthouden.

--> Staat het bijvoeglijk naamwoord dus in dit rijtje? Zet hem dan vóór het zelfstandig naamwoord!


Zie rijtje groene schema wb blz. 32 voor de uitzonderingen van de bijv. nw die in het Frans VOOR het zelfstandig naamwoord staan.

Slide 13 - Diapositive

VOOR of NA het zelfstandig naamwoord?

Le ____ livre _____ (nouveau)
A
VOOR
B
NA

Slide 14 - Quiz

VOOR of NA het zelfstandig naamwoord?

La _____ chantause ______ (vieille)
A
VOOR
B
NA

Slide 15 - Quiz

beau
haut
jeune 
grand
bon
long
vieux
mauvais
joli
petit
gros
nouveau
+ premier
+ dernier
+ méchant

Bijv.nw die VOOR ZN komen!

Slide 16 - Diapositive

C'est ...
A
un facile jeu
B
un jeu facile

Slide 17 - Quiz

C'est ...
A
une vieille chambre
B
une chambre vieille

Slide 18 - Quiz

C'est ...
A
une géniale fille
B
une fille géniale

Slide 19 - Quiz

C'est ...
A
un grand cahier
B
un cahier grand

Slide 20 - Quiz

C'est ...
A
une verte chaise
B
une chaise verte

Slide 21 - Quiz

C'est ...
A
un content élève
B
un élève content

Slide 22 - Quiz

sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vak
mannelijk
vrouwelijk
anglais
anglaise
bon
bonne
vieux
vieille
beau
belle

Slide 23 - Question de remorquage

Schuif de woorden in de juiste volgorde
   

  GRAMMAIRE    Het bijvoeglijk naamwoord
J'habite dans une ............................ maison.
Ma chambre est très  .................... .
Sammie a les cheveux .................... et courts.
Ma mère est ........................... .
Mon animal ........................... c'est Sammie.
Nous avons aussi un .................... jardin.
Kies het correcte bijvoeglijke naamwoord. Let op bij de onregelmatige vormen.
belles
belle
vieux
beau
vieille
vieilles
brun
bruns
brune
hollandaise
hollandais
hollandaises
préférée
préféré
préférés
grande
grands
grand

Slide 24 - Question de remorquage