week 16 les 1 (mavo)

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Les devoirs
Faire (maken): indien niet af: ex 33a/b ( volgende les bespreken) + Ch2 alles afmaken + Oefentoets maken Ch2
Apprendre (leren): Ch2; PW voorbereiden 

*oefen met slim stampen/ quizlet





Slide 2 - Diapositive

Les buts du cours
SO bespreken: Je weet wat goed en fout is gegaan

Overhoren PW stof Ch2 herhalen
Je kunt de woorden en zinnen uit Ch2 vertalen in het F/N (HAVO ook N/F)
Herhaling Grammaire Ch2:
Bloc D: bijv naamwoorden
Je kunt het Franse bijv nw toepassen.
Je kent de regel bij de regelmatige vormen.
Je herkent de onregelmatige vormen en kunt deze toepassen.
Bloc H -er werkwoorden
Je kunt de Franse regelmatige werkwoorden -er toepassen (tegenwoordige tijd)








Slide 3 - Diapositive

SO bespreken
Controleer het goed
Wat heb je goed en fout gedaan 

Slide 4 - Diapositive

Ch2 herhalen

Slide 5 - Diapositive

calme
A
rustig
B
beroemd
C
actief
D
schattig

Slide 6 - Quiz

rencontrer
A
ontmoeten
B
helpen
C
luisteren
D
gamen

Slide 7 - Quiz

Vertaal:
Mavo: Nous avons un oiseau.
Havo: Jullie hebben een vis.

Slide 8 - Carte mentale

Vertaal:
Mavo: Elle a trois soeurs.
Havo: Ik heb 2 broers en 1 zus.

Slide 9 - Carte mentale

J'ai une petite soeur.
A
Ik heb een zus
B
Ik heb een zusje

Slide 10 - Quiz

Vertaal:
Mavo: J'aime faire du sport.
Havo: Ik heb een (huis)dier.

Slide 11 - Carte mentale

la ferme
A
de neef
B
het huis
C
de boerderij
D
een appartement

Slide 12 - Quiz

la glace
A
het ijsje
B
de stoel
C
het glas
D
de tuin

Slide 13 - Quiz

Vertaal:
Mavo: Comment est ta chambre?
Havo: Mijn slaapkamer is groot.

Slide 14 - Carte mentale

Vertaal:
Mavo: Tu habites à la campagne?
Havo: Wij wonen in een appartement.

Slide 15 - Carte mentale

Bloc D ex 16b WB p.70

Slide 16 - Diapositive

Zet de bijv nw op de juiste plek in het schema:
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 17 - Question de remorquage

Kies het juiste bijv. nw:
Les films sont (intéressant)
A
intéressant
B
intéressante
C
intéressants
D
intéressantes

Slide 18 - Quiz

Kies het juiste bijv. nw:
La fille est ... (français)
A
français
B
françaises
C
française
D
françaiss

Slide 19 - Quiz

Kies het juiste bijv nw:
La maison est très ... (grand).
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands

Slide 20 - Quiz

Vul het schema in.
Mannelijk enkelvoud
Mannelijk meervoud
Vrouwelijk enkelvoud
Vrouwelijk meervoud
exemple
Joe est ...
Joe et Paul sont ...
Léa est ...
Léa et Sofie sont ...

Slide 21 - Diapositive

+es
+s
+e
+ X
petit
petites
petits
petite

Slide 22 - Question de remorquage

ex 17a Onregelmatige vormen

Slide 23 - Diapositive

Kies de juiste vorm:
L'actrice est (mooi)
A
beaux
B
belles
C
belle
D
beau

Slide 24 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Les sacs sont (nieuw)
A
nouveau
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux

Slide 25 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Mon grand-père est (oud)
A
vieux
B
vieille
C
vieilles
D
vieu

Slide 26 - Quiz

Welk bijv nw hoort bij welke vertaling?
vieux
nouvelle
bon
beau
nouveau
vieille
belle
bonne
oud
goed
mooi
nieuw
nieuw
mooi
oud
goed

Slide 27 - Question de remorquage

mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
belle
beau
belles
beaux
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
vieille
vieux
vieilles
vieux

Slide 28 - Question de remorquage

Bloc H
Herhaling regelmatige -er werkwoorden (tegenwoordige tijd)

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Ezelsbrug
Een eskimo eet ons ezeltje enthousiast

Neem dit ezelsbruggetje over in jouw schrift!

Slide 31 - Diapositive

Je / J'
Tu
il / elle / on
Nous
Vous
ils / elles
e
es
e
ons
ez
ent

Slide 32 - Question de remorquage

La fille _______ (manger) = Het meisje eet
A
mangez
B
mange
C
manges
D
mangent

Slide 33 - Quiz

Carine et Sophie _______ (habiter) à Arnhem = Carine en Sophie wonen in Arnhem.
A
habite
B
habites
C
habitez
D
habitent

Slide 34 - Quiz

Le cousin _______ (regarder) la télé = De neef kijkt televisie.
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardent

Slide 35 - Quiz

Marc et moi _______ (regarder) la télé = Marc en ik kijken televisie.
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardez

Slide 36 - Quiz

Je/J'
Nous
Il/elle/on
Vous
Ils/elles
Tu
Koppel de juiste uitgang aan het persoonlijk vnw

Bijv: Parler = praten

Parl + ...
stam + es
stam + ent
stam + e
stam + ez
stam + e
stam + ons

Slide 37 - Question de remorquage

Proefwerk Ch2

Leerstof: WB p. 88 t/m 91
Kijk in de studiewijzer wat je F/N en N/F moet leren. Oefen extra met de link in de studiewijzer

Slide 38 - Diapositive

Heb je nog extra uitleg nodig?
Oui
Non

Slide 39 - Sondage

Ex 33
Samen bespreken WB p87
Mijn droomkamer/ Ma chambre de rêve

Slide 40 - Diapositive

Au travail/ Aan het werk!
Is alles af van Ch2? 
Heb je nog nakijkwerk of verbeterwerk?

PW voorbereiden!

Slide 41 - Diapositive