EIND QUIZ_Thema 3_Waarnemen_2024

1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Vul het ontbrekende woord in.
.................. nemen informatie op uit je omgeving.
Je oor en je oog horen hier ook bij.

Slide 9 - Question ouverte

Vul het ontbrekende woord in.
In je ................. wordt bepaald hoe je reageert op een prikkel.

Slide 10 - Question ouverte

Vul het ontbrekende woord in.
Zintuigen zetten .......................... om in impulsen.

Slide 11 - Question ouverte

Vul het ontbrekende woord in.
Je zenuwen, ruggenmerg en ................... vormen
samen je zenuwstelsel.

Slide 12 - Question ouverte


A
c-d-b-e-a
B
c-d-b-a-e
C
c-d-a-b-e
D
c-d-e-b-a

Slide 13 - Quiz


A
Gehoorzintuig Tastzintuig
B
Gehoorzintuig Reukzintuig
C
Tastzintuig Pijnzintuig
D
Pijnzintuig Reukzintuig

Slide 14 - Quiz


Slide 15 - Question ouverte

Hoe veranderen pupillen als je van een donkere ruimte in een fel verlichte ruimte komt?
A
Pupil wordt kleiner
B
Pupil wordt groter
C
Pupil verandert niet

Slide 16 - Quiz

Wanneer is je ooglens bol?
A
Bij dichtbij kijken
B
Bij veraf kijken
C
Bij veel licht
D
Bij weinig licht

Slide 17 - Quiz

Wat is nummer 1?
A
Hoornvlies
B
Netvlies
C
Vaatvlies
D
Harde Oogvlies

Slide 18 - Quiz

Wat is nummer 2?
A
Hoornvlies
B
Netvlies
C
Vaatvlies
D
Harde Oogvlies

Slide 19 - Quiz

Wat is nummer 3?
A
Hoornvlies
B
Netvlies
C
Vaatvlies
D
Harde Oogvlies

Slide 20 - Quiz

Wat is nummer 5?
A
Blinde Vlek
B
Gele Vlek
C
Glasachtig Lichaam
D
Oogzenuw

Slide 21 - Quiz

Juist of Onjuist?
Met kegeltjes zie je kleuren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Dit vlies zie je als het witte van je oog.
A
Harde Oogvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies

Slide 23 - Quiz

Zintuigcellen in dit vlies zetten lichtprikkels om in impulsen.
A
Harde Oogvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies

Slide 24 - Quiz

Via het bloed in dit vlies krijgt je oog alle stoffen die het nodig heeft.
A
Harde Oogvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies

Slide 25 - Quiz

Wat is de taak van
de gehoorbeentjes in je oor?

Slide 26 - Question ouverte

Juist of Onjuist?
Geluid dat door de oorschelp is opgevangen komt als eerste terecht in de gehoorgang.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Juist of Onjuist?
Oorsmeer houdt het trommelvlies soepel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Juist of Onjuist?
Het trommelvlies geeft trillingen direct door aan het slakkenhuis dat er aan vast zit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Juist of Onjuist?
Het slakkenhuis geeft impulsen via de gehoorzenuw door aan de hersenen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Wat is de prikkel voor je oog?
A
Aanraking
B
Druk
C
Geluid
D
Licht

Slide 31 - Quiz

Welke zintuig ligt NIET in de huid?
A
Koudezintuig
B
Warmtezintuig
C
Pijnzintuig
D
Evenwichtszintuig

Slide 32 - Quiz

Welke letter is de lens die bol en plat kan worden?
A
Q
B
R
C
S

Slide 33 - Quiz

In welk nummer wordt licht omgezet in een impuls?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 34 - Quiz

Wat is onderdeel d?
A
Wenkbrauw
B
Traanklier
C
Traanbuis
D
Harde oogvlies

Slide 35 - Quiz

Welk onderdeel zorgt ervoor dat de pupil kleiner wordt?
A
Witte onderdeel
B
Bruine onderdeel
C
Zwarte onderdeel
D
De pupil kan niet van vorm veranderen

Slide 36 - Quiz

Welk onderdeel maakt traanvocht?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 7
D
Nummer 8

Slide 37 - Quiz

Timo leest in de zon een boek.
Hoe ziet zijn pupil eruit?
Hoe ziet zijn lens eruit?
A
Pupil Klein, Lens Bol
B
Pupil Klein, Lens Plat
C
Pupil Groot, Lens Bol
D
Pupil Groot, Lens Plat

Slide 38 - Quiz

Welke letter is de buis van Eustachius?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 39 - Quiz

Welke letter is het slakkenhuis?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 40 - Quiz

In welk onderdeel wordt geluid omgezet in een impuls?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 41 - Quiz

Welk onderdeel is het trommelvlies?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 42 - Quiz

In welk deel van het oor komen bacteriën het eerst binnen als ze via de buis van Eustachius in je oor komen?
A
In de gehoorgang
B
In de trommelholte (=het middenoor)
C
In het slakkenhuis

Slide 43 - Quiz

Je ziet hiernaast een oor van een hond. Wat is hier het trommelvlies?
A
c
B
d
C
e
D
f

Slide 44 - Quiz

Wie heeft de laagste onderste gehoorgrens?
A
Dolfijn
B
Kikker
C
Olifant
D
Vleermuis

Slide 45 - Quiz

Wie heeft het kleinste gehoorbereik?
A
Dolfijn
B
Hond
C
Kikker
D
Vleermuis

Slide 46 - Quiz

Op hoeveel smaakstoffen reageert je smaakzintuig in de tong?
A
3
B
4
C
5
D
Ontelbaar

Slide 47 - Quiz

Welke 2 zintuigen werken samen bij het proeven?
A
Reukzintuig en Geurzintuig
B
Reukzintuig en Smaakzintuig
C
Geurzintuig en Smaakzintuig

Slide 48 - Quiz

Liggen er ook warmtezintuigen
in je lippen?
A
Ja
B
Nee

Slide 49 - Quiz

Waar ligt je reukzintuig?
A
Onderin de neus
B
In het midden van de neus
C
Bovenin de neus

Slide 50 - Quiz

Waar wordt traanvocht gemaakt?
A
Alleen in de traanbuis
B
Alleen in de traanklier
C
In de traanbuis en in de traanklier

Slide 51 - Quiz

Wanneer ruik je een geur?
A
Wanneer de geurprikkels worden opgevangen door het reukzintuig.
B
Wanneer de geurprikkels in het reukzintuig worden omgezet in impulsen.
C
Wanneer de hersenen de impulsen van het smaakzintuig en reukzintuig heeft gecombineerd.

Slide 52 - Quiz