REP H3 Chili - eindtoets

H3 Chili - eindtoets
Havo 3
H3 Chili
Eindtoets
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H3 Chili - eindtoets
Havo 3
H3 Chili
Eindtoets

Slide 1 - Diapositive

Sleep de begrippen naar de juiste plek. 
Gesteentesoort
Gesteentesoort
Stratovulkaan
Oceanische korst
Continentale korst
Trog
Mantel
Subductie
Basalt
Graniet

Slide 2 - Question de remorquage

Sleep het begrip naar de juiste plek in de afbeelding.
Epicentrum
Hypocentrum

Slide 3 - Question de remorquage

Waar is het seismisch gat?
Seismisch gat

Slide 4 - Question de remorquage

Stratovulkaan
Schildvulkaan
Stroperig magma
Effusief
Explosief
Vloeibaar magma

Slide 5 - Question de remorquage

Sleep de afbeelding naar het juiste klimaatgebied.

Slide 6 - Question de remorquage

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. De Humboldstroom is een koude zeestroom. 
2. El Niño kan leiden tot een toename van overstromingen in Chili. 
3. Tussen de 25° en 45° Z.B. ligt voor de kust van Chili een lagedrukgebied . 
4. Door de aanlandige wind ontstaan stuwingsregens in Noord-Chili. 
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Juist

Juist

Juist

Juist

1
2
3
4

Slide 7 - Question de remorquage

Sleep de begrippen naar de juiste plek. Geef een El Niño-situatie weer. 
Warmer water dan normaal
Kouder water
dan normaal
Natter dan normaal

Droger dan normaal

Slide 8 - Question de remorquage

Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. De pueblos indígenas vormen het kleinste bevolkingsdeel van Chili.
2. Mestiezen zijn afstammelingen van Spaanse kolonisten en indiaanse vrouwen.
3. De natuurlijke bevolkingsgroei van Chili neemt toe. 
4. De bevolking van Chili is gelijkmatig verspreid over het land. 
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Juist

Juist

Juist

Juist

1
2
3
4

Slide 9 - Question de remorquage

Welke stelling over de export van Chili is waar?
A
De geringe koopkrachtstijging toonde het succes van importsubstitutie aan.
B
De export van Chili groeit elk jaar met 6%.
C
Koper is het belangrijkste exportproduct.
D
Importsubstitutie heeft diversificatie vervangen als economisch beleid.

Slide 10 - Quiz

Je weet hoe en waar het Andesgebergte is gevormd.
Plaats de stip bij het gebergte dat op sterk vergelijkbare wijze is ontstaan als de Andes (klik op de kaart om te zoomen).

Slide 11 - Question de remorquage

Wat is een convectiestroom?

Slide 12 - Question ouverte

Het noorden van Chili heeft een totaal andere jaarlijkse hoeveelheid neerslag dan het zuiden. Verklaar dit verschil aan de hand van de overheersende windrichting in het noorden en zuiden en de ligging van de Andes.

Slide 13 - Question ouverte

Beschrijf het proces van de vorming van de Andes als gevolg van subductie.

Slide 14 - Question ouverte

De Atacamawoestijn. Welke woorden verklaren de droogte van deze woestijn? Kies uit: convectiestroom, inversie, lijzijde, loefzijde, hooggebergte-klimaat, Humboldtstroom, subtropisch maximum.

Slide 15 - Question ouverte

De opbouw van een stad. Waar in een Zuid-
Amerikaanse stad wonen de arme mensen?
En waar de rijke? Noem in je antwoord de
bijbehorende cijfers uit de dia.

Slide 16 - Question ouverte

Verklaar de sterke groei van Santiago op twee manieren.

Slide 17 - Question ouverte

Wat zijn de twee kenmerken van de verstedelijking in Zuid-Amerika?

Slide 18 - Question ouverte

Tekst
Effussieve uitbarsting
Explosieve uitbarsting 
basalt
pyroclastische stroom 
hotspot
subductie
 stratovulkaan 
graniet 
stroperig magma
schildvulkaan 
caldeira 
vloeibaar magma

Slide 19 - Question de remorquage

Welke twee temperatuurfactoren bepalen dat er een gematigde klimaat voorkomt in Zuid-Chili?

Slide 20 - Question ouverte

Koper is een belangrijk exportproduct van Chili. Voordat het wordt geëxporteerd wordt de koper eerst bewerkt. Noem hiervan twee economische voordelen.

Slide 21 - Question ouverte