Het Examens Nederlands Spreken en Gesprekken 3F

Het Examens Nederlands Spreken en Gesprekken 3F
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Het Examens Nederlands Spreken en Gesprekken 3F

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je wat het examen Nederlands spreken en gesprekken 3F inhoudt.

Slide 2 - Diapositive

Dit is het leerdoel van de les en moet aan het begin van de les worden gepresenteerd.
Wat weet je al over het examen Nederlands spreken en gesprekken 3F?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het examen Nederlands spreken en gesprekken 3F?
Het examen Nederlands spreken en gesprekken 3F is een examen dat meet of je in staat bent om effectief te communiceren in het Nederlands op een gevorderd niveau.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wat het examen is en wat het meet.
Onderdelen van het examen
Het examen bestaat uit drie onderdelen: een presentatie, een discussie en een gesprek.

Slide 5 - Diapositive

Beschrijf de drie onderdelen van het examen.
Presentatie
Tijdens de presentatie moet je een onderwerp presenteren en verdedigen in het Nederlands. Je hebt vijf minuten om je presentatie te geven.

Slide 6 - Diapositive

Beschrijf wat er van studenten wordt verwacht tijdens de presentatie en hoeveel tijd ze hebben.
Discussie
Tijdens de discussie moet je in het Nederlands deelnemen aan een discussie over een bepaald onderwerp. Je hebt tien minuten om de discussie te voeren.

Slide 7 - Diapositive

Beschrijf wat er van studenten wordt verwacht tijdens de discussie en hoeveel tijd ze hebben.
Gesprek
Tijdens het gesprek moet je in het Nederlands een gesprek voeren met een medekandidaat. Je hebt vijf minuten om het gesprek te voeren.

Slide 8 - Diapositive

Beschrijf wat er van studenten wordt verwacht tijdens het gesprek en hoeveel tijd ze hebben.
Beoordeling
Het examen wordt beoordeeld op basis van de inhoud, structuur en taalgebruik. Er wordt ook gekeken naar je reactie op vragen en je vermogen om te luisteren en te reageren op andere sprekers.

Slide 9 - Diapositive

Leg uit hoe het examen wordt beoordeeld.
Inhoud
Inhoud gaat over de kwaliteit van de informatie die je presenteert of bespreekt. Het is belangrijk om een goed begrip te hebben van het onderwerp en om relevante informatie te geven.

Slide 10 - Diapositive

Geef een voorbeeld van wat er bedoeld wordt met inhoud.
Structuur
Structuur gaat over de manier waarop je informatie presenteert of bespreekt. Het is belangrijk om een duidelijk begin, midden en einde te hebben en om je informatie op een logische manier te ordenen.

Slide 11 - Diapositive

Geef een voorbeeld van wat er bedoeld wordt met structuur.
Taalgebruik
Taalgebruik gaat over hoe goed je in staat bent om jezelf uit te drukken in het Nederlands. Het is belangrijk om correcte grammatica te gebruiken en om een goede woordenschat te hebben.

Slide 12 - Diapositive

Geef een voorbeeld van wat er bedoeld wordt met taalgebruik.
Voorbereiding
Zorg ervoor dat je de onderwerpen van tevoren oefent en dat je jezelf goed voorbereidt voor het examen. Oefen ook je presentatie en discussievaardigheden met een medestudent of een docent.

Slide 13 - Diapositive

Geef tips voor de voorbereiding van het examen.
Oefening
Laten we nu oefenen met het geven van een presentatie. Kies een onderwerp en bereid een presentatie van vijf minuten voor. Daarna zal een medestudent feedback geven op je presentatie.

Slide 14 - Diapositive

Voeg een interactief element toe aan de les om studenten te laten oefenen met het geven van een presentatie.
Afsluiting
Nu weet je wat het examen Nederlands spreken en gesprekken 3F inhoudt en hoe je jezelf hierop kunt voorbereiden. Veel succes met het examen!

Slide 15 - Diapositive

Sluit de les af met een korte samenvatting en aanmoediging voor de studenten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.