Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
De opkomst van de industrie!
M&M
Welkom allemaal! R.Pekkeriet
06
Slide 1 - Diapositive
Welke grote uitvindingen zijn er tussen 1800 en 1900 gedaan? Gebruik google.
Slide 2 - Carte mentale
Introductie
Tijd van burgers en stoommachines
Tijdvak 1800 tot 1900.
Een tijdvak met enorm veel veranderingen!
Sociale gevolgen
Economische gevolgen
Slide 3 - Diapositive
Uitleg: Voor de industriële revolutie
Huisnijverheid: het thuis maken van goederen door ambachtslieden en boeren.
Hoofdstuk 1. De tijd voor de industriële revolutie.
Mensen wonen veelal op het platteland. Leven van het boeren bestaan.
Landbouw grootste bron van inkomsten.
In de winter rustig > Thuis textiel weven.
Huisnijverheid: Productiewerkzaamheden die thuis door één of soms meer personen wordt uitgevoerd.
Slide 4 - Diapositive
Uitleg: Voor de industriële revolutie
Huisnijverheid: het thuis maken van goederen door ambachtslieden en boeren.
Hoofdstuk 1. De tijd voor de industriële revolutie.
Geen fabrieken. Alles werd met de hand gemaakt.
Ambachtslieden. Je leerde een vak zoals timmerman, pottenbakker, scharenslijper, smid etc.
Weinig grote steden. Steden vooral gegroeid door handel zoals Amsterdam door de koloniën.
Slide 5 - Diapositive
Hoofdstuk 1. De tijd voor de industriële revolutie
Oude energiebronnen:
spierkracht
dierkracht
waterkracht
windkracht
Slide 6 - Diapositive
Uitleg: Voor de industriële revolutie
Huisnijverheid: het thuis maken van goederen door ambachtslieden en boeren.
Hoofdstuk 1. De tijd voor de industriële revolutie.
Rond 1800. Grote veranderingen in de landbouw!
Komst van nieuwe gewassen dankzij kolonialisme zoals de aardappel uit Zuid-Amerika
Komst van de eerste machines zoals de ploeg of een maaimachine
Schaalvergroting. Meer land en dieren per boer. Bijv van 3 naar 12 koeien.
Van monocultuur naar vruchtwisseling.
Slide 7 - Diapositive
Hoofdstuk 1. De tijd voor de industriële revolutie
Opdracht
Naast je aantekeningen ga je een tweetal (kleine) tekeningen maken.
Een voorbeeld van een ambacht. Laat met een tekening een ambacht zien van vroeger. Je mag zelf een keuze maken welk ambacht je laat zien.
Vruchtwisseling. Laat met behulp van een tekening zien wat vruchtwisseling betekent, extra opdracht: verwerk 3 verschillende materialen in jouw tekening.
Slide 8 - Diapositive
Hoofdstuk 1. De tijd voor de industriële revolutie
Cyrus Mc Cormick (1809 - 1884)
Slide 9 - Diapositive
Hoofdstuk 1. De tijd voor de industriële revolutie
Van handenarbeid
naar
machinaal oogsten
Slide 10 - Diapositive
Hoofdstuk 1. De tijd voor de industriële revolutie
Opdracht:
Maak een portret van Cyrus Mc Cormick. Wat moet in dit portret komen?
De gegevens uit mijn verhaal waar je aantekeningen van gemaakt hebt.
Een tekening van hem (geen foto)
Een foto/afbeelding van een door hem ontwikkelde machine.
Extra informatie wat bij een portret zou kunnen horen.
Slide 11 - Diapositive
De opkomst van de industrie
M&M
Welkom allemaal! R.Pekkeriet
07
Slide 12 - Diapositive
Voor de industriële revolutie waren er veel beroepen die nu verdwenen zijn. Zoek eens twee bijzondere beroepen op?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Vidéo
Hoofdstuk 2: De opkomst van de industrie.
Oorzaak:
Door verbeterde technieken in de landbouw komt er meer en beter voedsel beschikbaar.
Gevolg: Door beter voedsel wordt de gezondheid van mensen beter. Mensen leven langer en er komen steeds meer mensen. De bevolking groeit.
Gevolg: Meer mensen, meer kleding nodig. Echter niet bij te houden door de thuiswerken. Men moet op zoek naar een oplossing.
Opdracht: teken een tabel met de bevolkingsgroei in je schrift. Gebruik de aantallen op het werkblad.
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Schietspoel
1733
Om sneller kleding te maken, moet je sneller kunnen weven.
De Engelsman John Kay vond de schietspoel uit. Hiermee kun je veel sneller weven dan met de hand.
De schietspoel was nog geen échte machine: het bedienen ging met de hand.
Hoofdstuk 2: De opkomst van de industrie.
Slide 17 - Diapositive
Spinning Jenny
1764
Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen!
Hoofdstuk 2: De opkomst van de industrie.
Slide 18 - Diapositive
Hoofdstuk 2: De opkomst van de industrie.
Machines zoals de spinning Jenny worden te groot voor in huis. De eerste steden met fabrieken ontstaan rondom rivieren.
Houtskool was een belangrijke brandstof begin 18de eeuw. Wordt gemaakt van hout. Bossen werden in hoog tempo gekapt > tekort aan hout.
Er moest een andere bron van energie komen. Steenkool.
In Engeland was steenkool volop in de bodem aanwezig. Industriële revolutie start in Engeland!
Slide 19 - Diapositive
1698 Eerste stoommachine door Savery: An engine to raise water by fire
Vanaf 1700. Vraag naar steenkool stijgt. Men moet dieper de grond in om steenkool te winnen. Maar grondwater. Mijnen lopen onder water.
1712: Newcomen bouwt stoommachine om water uit mijnen te pompen.
1767 James Watt bouwt eerste moderne stoommachine.
Wie was James Watt?
Hoofdstuk 3: De stoommachine
Slide 20 - Diapositive
Opdracht
Bekijk het werkblad. Plak de verschillende onderdelen bij jouw aantekeningen. Werk de verschillende aantekeningen verder uit.
Bekijk de stoommachine. Teken de machine na in je schrift. Teken daarbij de verschillende onderdelen en benamingen duidelijk in beeld.
Hoofdstuk 3: De stoommachine
Slide 21 - Diapositive
Gevolgen van de uitvinding van de stoommachine.
Bouw van steeds meer fabrieken en woonwijken rondom de fabrieken. Steden groeien snel.
Oorzaak: Ook op andere plaatsen rondom rivieren ontstaan steden, eerst vaak nabij steenkoolmijnen.
Gevolg: steenkool is zwaar en lastig te transporteren. door de stoommachine komen er nieuwe uitvindingen voor vervoer zoals stoomtrein en stoomboot.
Veel productie in korte tijd.
Huisnijverheid houdt op te bestaan. Kunnen niet meer concurreren met de fabrieken.
Hoofdstuk 3: De stoommachine
Slide 22 - Diapositive
De opkomst van de industrie
M&M
Welkom allemaal! R.Pekkeriet
08
Slide 23 - Diapositive
Engeland 1700
Slide 24 - Diapositive
Engeland 1800
Slide 25 - Diapositive
1750
Wat valt je op aan dit plaatje?
Waar zitten de steenkoolvelden
Waar zitten de industriegebieden?
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
In welke eeuw was de Tijd van Burgers en Stoommachines?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw
Slide 28 - Quiz
In welk land begon de industriële revolutie?
A
Belgie
B
Nederland
C
Engeland
D
Amerika
Slide 29 - Quiz
Door verbeterde machines op het platteland kon het werk met minder mensen. Daardoor veel werkloosheid >
Mensen trokken naar steden om werk in de fabrieken te zoeken.
Urbanisatie: Als iemand van het platteland naar de stad verhuist.
Samenleving veranderd. Van landbouwsamenleving naar industriële samenleving.
Meeste mensen wonen in de stad en werken in de industrie.
Dankzij koloniën veel producten en handel voor de industrie.
Hoofdstuk 3: De stoommachine
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Vidéo
Opdracht
In 1839 reed de eerste stoomtrein in Nederland over onze eerste spoorlijn.
Maak een krantenartikel uit die tijd waarin verslag wordt gedaan van deze eerste reis. Jouw artikel staat op de voorpagina van de krant. Denk aan de details als kopjes, titels, datum, foto etc.
Hoofdstuk 3: De stoommachine
Slide 32 - Diapositive
De opkomst van de industrie
M&M
Welkom allemaal! R.Pekkeriet
09
Slide 33 - Diapositive
Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten
Slide 34 - Quiz
Wanneer kwam de industrie in Nederland op gang?
A
eerste helft 18e eeuw
B
tweede helft 18e eeuw
C
eerste helft 19e eeuw
D
tweede helft 19e eeuw
Slide 35 - Quiz
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Vidéo
Hoofdstuk 4 woonomstandigheden
Gezinnen waren vroeger groot, waarom?
Geen pensioenen. Kinderen zorgde later voor hun ouders. Hoe meer kinderen, hoe beter er voor je gezorgd werd.
Geen anticonceptie. Er gebeuren veel 'ongelukjes'.
Invloed van kerk/geloof. Geboortebeperking niet geoorloofd
Veel kinderen gaf status en aanzien.
Slide 38 - Diapositive
Hoofdstuk 4 Woonomstandigheden
Veel mensen kwamen naar de stad.
Groot tekort aan woningen.
Woningen werden snel gebouwd, veelal dichtbij fabrieken. Zeer slechte kwaliteit.
Panden die niet geschikt waren als woningen zoals kelderwoningen.
Slechte hygiëne, nauwelijks riolering en watervoorzieningen.
Hierdoor veel ziekten onder de arbeiders.
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Vidéo
Hoofdstuk 4. Woonomstandigheden
Opdracht
Het leven in een huis was vaak slecht zoals je in de video gezien hebt. In je schrift teken/knip/plak je een zelf gemaakte 3D model van een kamer zoals die er destijds eruit gezien zou kunnen hebben.
Slide 41 - Diapositive
De opkomst van de industrie
M&M ochtendperiode
Welkom allemaal! R.Pekkeriet
10
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Vidéo
Hoofdstuk 5. Kinderarbeid
Waarom werkten kinderen in fabrieken?
Grote gezinnen. Niet genoeg inkomen om anders iedereen eten te geven.
Er waren nauwelijks scholen. Geen leerplicht.
Voor werk in de fabriek geen opleiding nodig. School was dus onnodig :)
Opdracht Quiz
verwerk de resultaten en info in je periodeschrift.
Slide 44 - Diapositive
Hoofdstuk 5 Kinderarbeid
Er kwam steeds meer verweer tegen het laten werken van kinderen in fabrieken.
In 1874 werd kinderarbeid in fabrieken verboden dankzij het werk van Samuel van Houten M.u.v. de landbouw en in de mijnen. Dit wordt het kinderwetje van van Houten genoemd.
Echter veranderde er weinig. Er kwam geen leerplicht (pas in 1901) Veel kinderen bleven gewoon werken omdat er nauwelijks controle was en er moest toch geld verdiend worden.