debatteren

Debatteren
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Debatteren

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je leert bij debatteren je eigen mening te onderbouwen en goed onder woorden te brengen.
  • Je leert ook kritisch te luisteren en je te verplaatsen in de gedachten van anderen.
  • Je leert anderen te overtuigen.

Slide 2 - Diapositive



  1.  Het is niet de bedoeling dat je van mening verandert. 
  2.  Je probeert niet je tegenstander, maar de jury te overtuigen. 
  3.  De jury bepaalt welke partij gewonnen heeft.

Slide 3 - Diapositive

Regels tijdens het debat:

1. Debatsleider leidt de discussie en bepaalt wie en wanneer je mag praten.
2. Je gaat staan wanneer je je argument noemt.
3. Je gebruikt geen scheldwoorden
4. Blijf bij de stelling
5. Je valt nooit een persoon aan maar de argumenten van de persoon
6. Je lacht een ander niet uit

Slide 4 - Diapositive

Wat is een goede stelling?

Slide 5 - Diapositive

Een goede stelling:


  • bevat geen ontkenning
  • bevat geen argumenten
  • is kort en bondig
  • is interessant voor voor- en tegenstanders

Slide 6 - Diapositive

Welke stelling is niet goed geformuleerd
A
Wietteelt moet gelegaliseerd worden
B
Gamen is slecht voor je
C
Ouders moeten zelf betalen voor schoolboeken
D
Alle Nederlanders moeten verplicht orgaandonor worden

Slide 7 - Quiz

Bedenk samen met je buurman of buurvrouw een prikkelende stelling.

Slide 8 - Question ouverte

Stelling
     
  • Sociale media hebben een slechte invloed op jongeren
  • Alle docenten moeten verplicht een IQ test doen
  • Pesten moet strafbaar worden gemaakt


Slide 9 - Diapositive

opdracht
1. maak tweetallen
2. stelling:
3. bedenk argumenten voor en/of tegen de stelling.
4. bedenk wat je gaat zeggen tijdens het debat.

Slide 10 - Diapositive

timer
8:00

Slide 11 - Diapositive

En dan nu het debat....
Ben je voor de stelling dan ga je aan de linkerkant staan
Ben je tegen de stelling dan ga je rechts staan
De docent is debatleider.
En ik heb 3 juryleden nodig

Slide 12 - Diapositive

timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Tops

Slide 14 - Question ouverte

Tips

Slide 15 - Question ouverte