TH1 - periode 2 - Egyptenaren

DE OUDE EGYPTENAREN
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

DE OUDE EGYPTENAREN

Slide 1 - Diapositive

Wat is de vruchtbare halve maan?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Tijdlijn en chronologie van periode 2

Prehistorie ( ??? tot 3000 voor Christus) 
Oudheid (3000 voor Christus - 500 na Christus)

10.000 voor Christus --> Landbouw revolutie 
3.000 voor Christus   --> Eerste schriften (hierogliefen / spijkerschrift)

Slide 4 - Diapositive

Wat maakt Egypte bijzonder?
Herodotus (vader van de geschiedenis) schreef het volgende over Egypte. 

"Egypte is een geschenk van de Nijl"


Slide 5 - Diapositive

De Nijl
De Nijl bracht leven waar het niet mogelijk is. 

De grens tussen woestijn en bruikbare grond wordt door de Nijl geschapen. 

Slide 6 - Diapositive

OPDRACHT
Jullie krijgen een bewegend plaatje te zien. (.gif bestandje)
Hierop zijn drie verschillende situaties te zien in volgorde.

Schrijf per fase op wat er gebeurd in het plaatje. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

3 fasen
1) Overstroming:
De rivier zet vruchtbaar slib af.
2) Zaaien:
De Egyptenaren zaaien de vruchtbare grond
3) Oogsten:
Men oogst de aarde en laat deze geploegd voor volgend gebruik. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Begrippen
- Irrigatie:
Het bewateren van een gebied vanaf een grotere afstand. Bijvoorbeeld het aanleggen van dijkjes, kanaaltjes en rivieren.

- Specialisatie: 
Het concentreren op één beroep / één taak in de samenleving. 
Door irrigatie komt tijd vrij om te kunnen specialiseren als boer.

Slide 11 - Diapositive

Irrigatie
Om het rivierwater zo goed mogelijk te gebruiken legden de Egyptenaren dammen, vijvers en kanalen aan.

--> 
Uitvinding: Chadoef

Slide 12 - Diapositive

Schrijven en rekenen
Schrijven en rekenen werden belangrijk
  • Bijhouden kalender (overstromingen bijhouden)
  • Tellen en bijhouden van bezit (graan/vee/landbouwgebied)
Egyptenaren bedachten na Sumeriërs een schrift (hierogliefen)
  • 3000 v.C. ontstaan = einde Prehistorie in Eghypte
  • Schrijver werd een beroep

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Door een sterk ontwikkelde landbouw
  • Ontstond er handel door overschotten
  • Ontstonden er nieuwe beroepen, doordat mensen niet langer allemaal in de landbouw hoefde te werken. 
  • Ontstond de nijverheid (beroepen die producten maken)

    --> Specialisatie ontstaat door irrigatielandbouw

Slide 15 - Diapositive

Noem eens een beroep
uit die tijd dat te maken
heeft met nijverheid.

Slide 16 - Carte mentale

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wie zal in een landbouwstedelijke samenleving de machtigste persoon zijn?

Slide 19 - Question ouverte

Wie stuurt dit aan?
  • Hiervoor heb je een leider nodig

  • Elke stam heeft een leider (dorpshoofd)

  • Die dorpshoofden krijgen ruzie met elkaar

  • Uiteindelijk blijft er één leider over: de farao ('Groot Huis')

Slide 20 - Diapositive

Beneden-Egypte
Dit gebied ligt laag. Een andere naam voor Boven-Egypte is Neder-Egypte.
Boven-Egypte
Dit gebied ligt hoog. Een andere naam voor Boven-Egypte is Opper-Egypte.
Zet de pijlen op de juiste plek in de kaart.
Stroomafwaarts, met de stroom mee.
Stroomopwaarts, met de wind mee.

Slide 21 - Question de remorquage

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Wat vind je het vreemdste aan deze indeling? (persoonlijke mening)

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Hoe kreeg hij zoveel macht? 
--> Was eerst niks anders dan een grootgrondbezitter.

--> Eerst twee Egyptes (dus ook 2 farao's) -> Later één Egypte.

--> Mensen dachten dat de farao goddelijke krachten had. 

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Seth
Osiris
Horus
Isis
Nephtys

Slide 29 - Diapositive

Sobek
Neith
Thot
 Ra

Slide 30 - Diapositive

Egyptische godsdienst
  • De Egyptenaren aanbaden meerdere goden: ze waren polytheïstisch

  • Poly = meerdere, theos = god
  • De Egyptenaren waren erg afhankelijk van de natuur, bv. de Nijl

  • Ze vereerden de natuur = natuurgodsdienst
  • Goden verklaarden alle mysterieuze natuurverschijnselen
  • Veel Egyptische goden waren dieren

Slide 31 - Diapositive

Priesters
Priesters waren belangrijk in Egypte.

Zij zorgden voor contact met de goden. 
Ze maakten gebruik van speciale rituelen. 

Slide 32 - Diapositive

Huizen voor de goden
  • Er waren godentempels en dodentempels (tempels voor een overleden farao bijv.)

  • Binnen in de tempel stonden vaak grote zuilen met inscripties daarop geschreven

  • Tijdens processies konden ook de gewone burgers de godenverering meemaken
De tempel van farao Hatshepsut
Grote ronde zuilen met Egyptische inscripties

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen
Vervolgens wordt er een berg zout over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen

Slide 36 - Diapositive

Het lichaam wordt na ongeveer 70-90 dagen schoongemaakt en gebalsemd met geurige olie
Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden

Slide 37 - Diapositive

Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.

Slide 38 - Diapositive

Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Slide 41 - Diapositive