Lengte ,oppervlakte, inhoud en gewicht.

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Welke figuren ken je:

Wat hebben we al gedaan? 

Lesopzet:

Terugblik

Theorie uitleg

De opdrachten maken

Nakijken/Evalueren

Doel: Je kan de lengte en de oppervlakte meten van een figuur.

Waarom? Zodat je weet hoe groot iets is.

Platte figuren 

Platte figuren hebben een lengte en een breedte.

De lengte geeft aan hoe lang een voorwerp is.

De lengte wordt opgeschreven met een eenheid.

De eenheden zijn in 10 stukjes verdeeld.

De lengte

De belangrijkste eenheden voor lengte zijn: 

kilometer(km), meter(m), decimeter(dm) centimeter(cm), milimeter(mm)

https:

Elk figuur heeft een omtrek. De omtrek van een figuur is de totale lente van de buitenrand van een figuur.

Om de omtrek van een figuur te berekenen, tel je de lengte van alle zijden bij elkaar op.

De Oppervlakte 

De oppervlakte geeft aan hoe groot een plat figuur is. 

De basiseeheid van oppervlakte is vierkante meter. 

https:

Inhoud en gewicht

De inhoud van een figuur geeft aan hoeveel er in het figuur of voorwerp "past"of hoeveel erin zit.

Inhoud geeft aan hoeveel ruimte er in een voorwerp is.

Er zijn verschillende eenheden voor inhoud.

De bekendste eenheid voor inhoud is liter (l).

Andere eenheden zijn deciliter(dl), centiliter(cl) en militer(ml).

Voor de inhoud wordt ook de eenheid kubieke meter gebruikt.

De afkorting is m(3)

Gewicht

De eenheid van gewicht is gram, 

Andere veel gebruikte maten voor gewicht zijn ton(t), kilogram(kg), gram(g)en miligram(mg)

De opdrachten 

Maken blz. 26 De startopdracht 

Vanaf blz. 28 opdracht 1 en opdracht 5 en 6

en opdracht 7

maken blz. 42 opdracht 18

blz. 52 maken opdracht 28

Klaar 

Maak de eindopdracht blz. 54

Wat heb je geleerd ?

Hoe heb je geleerd?