Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
POLITIEK
3.5 Het parlement regeert
Slide 1 - Diapositive
Waar gaan we het over hebben?
Wat is het parlement en wat zijn haar taken?
Wat is het verschil tussen coalitie en oppositie?
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Het parlement
Slide 4 - Diapositive
Het parlement bestaat uit twee Kamers.
Tweede Kamer
Heeft 150 leden en behandelt alle wetsvoorstellen (maken, aanpassen, stemmen).
Eerste Kamer
Heeft 75 leden, geen full-time baan, mogen alleen stemmen over een voorstel.
Het parlement
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
De 2 taken van het parlement
Wetgeving
Controleren van het kabinet
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Rechten van het parlement
(mede)wetgevende taak
recht van initiatief (wetsvoorstel schrijven, alleen Tweede Kamer)
recht van amendement (wetsvoorstel wijzigen, alleen Tweede Kamer)
stemrecht: goed- of afkeuren wetsvoorstellen
Controlerende taak
vragenrecht
motierecht (bijv. wantrouwen)
recht van interpellatie: ministers en staatssecretarissen in debat ter verantwoording roepen
enquêterecht: groot onderzoek
(mede)wetgevende taak
Controlerende taak
Slide 9 - Diapositive
Wetgevende taak
Slide 10 - Diapositive
Beide kamers mogen stemmen over ieder wetsvoorstel dat wordt gemaakt, zij kunnen een wetsvoorstel aannemen of afwijzen
Het stemrecht
Slide 11 - Diapositive
Tweede Kamerleden mogen zelf wetsvoorstellen indienen.
Let op: dit doen ze niet zo vaak, er is veel kennis nodig voor het maken van een wetsvoorstel en... het is gigantisch veel werk! Ministers hebben ambtenaren of secretarissen, TK-leden niet!
Recht van Initiatief
Slide 12 - Diapositive
Tweede Kamerleden mogen wetsvoorstellen veranderen (wetswijziging). Stemt de meerderheid van de kamer hier mee in? Dan MOET de minister zich hier aan houden en de wet veranderen.
Wil hij dat niet? Dan moet de wet ingetrokken worden of ontslag nemen.
Recht van Amendement
Slide 13 - Diapositive
Controlerende taak
Slide 14 - Diapositive
Vragenrecht: ieder Kamerlid mag aan de minister of staatsecretaris mondelinge of schriftelijke vragen stellen. De M&S is verplicht om deze vragen binnen 3 weken te beantwoorden.
Slide 15 - Diapositive
Parlementaire enquête (recht van onderzoek):als de Tweede Kamer vindt dat een bepaalde zaak tot op de bodem uitgezocht moet worden, kunnen ze daar een onderzoek naar doen. Betrokkenen worden onder ede verhoord en zijn strafbaar als blijkt dat ze liegen.
Slide 16 - Diapositive
Recht van interpellatie: interpelleren betekent een minister ter verantwoording roepen. De Minister (of S) moet dan naar de Tweede Kamer komen om uitleg te geven over het beleid.
Slide 17 - Diapositive
Recht van motie: Het parlement kan hiermee aangeven een minister 'af te keuren' of te 'wantrouwen'. Als de meerderheid zo'n motie steunt moet de minister weg.
2. Recht van motie
Het parlement kan hiermee aangeven een minister 'af te keuren' of te 'wantrouwen'. Als de meerderheid zo'n motie steunt moet de minister weg.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
De partijen die samen de regering vormen noem je de coalitie.