10/3, Homofone werkwoordsvormen

Nederlands
maandag 10 maart
spelling

VT3: 17 maart
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
maandag 10 maart
spelling

VT3: 17 maart

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen:


- Ik weet hoe ik werkwoordsvormen moet schrijven die hetzelfde klinken;

- Ik weet hoe ik het schema werkwoordspelling moet gebruiken.

planning:



1. Lezen

2. HW

3. theorie spelling

4. opdrachten spelling

5. tijd over: herhalen paragraaf 2 (cursus 7)


basisvaardigheid:
- schrijfvaardigheid
- leesvaardigheid
burgerschap:
- maatschappelijke vraagstukken
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

huiswerk
maken cursus 7:

- paragraaf 9, opdracht 3 t/m 5 (online)
- paragraaf 11, opdracht 1+2
basisvaardigheid:
- schrijfvaardigheid

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Homofone werkwoordsvormen

* homofoon = gelijk van klank

werkwoordsvormen die verschillend gespeld worden, hoewel ze hetzelfde klinken. 

voorbeelden: 
bind en bindt
gelooft en geloofd
rusten en rustten 
vergrootte en vergrote

basisvaardigheid:
- schrijfvaardigheid

Slide 5 - Diapositive

d of dt?

Bekijk de volgende zin:

– Vincent vindt pizza het lekkerste wat er bestaat, maar ik vind pizza te vet en te zout.

Wanneer keuze tussen d en dt?

 --> bij persoonsvorm tegenwoordige tijd;
-->  bij 2e en 3e persoon enkelvoud;
-->  bij werkwoorden waar al een d in het werkwoord staat.

Slide 6 - Diapositive

d of dt?

Bekijk de volgende zin:

– Op de meeste dagen gebeurt er niks bijzonders op school, maar vandaag is er toch iets spannends gebeurd.

Wanneer keuze tussen d of t?

-->  persoonsvorm tegenwoordige tijd  2e en 3e persoon enkelvoud 
--> voltooid deelwoord (bij zwakke werkwoorden)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Kies de juiste vorm:
Deliah .......... hoeveel geld ze nodig heeft voor de vliegreis van aanstaande zomervakantie.
A
berekent
B
berekend

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste vorm:
De docent wiskunde ....... de wiskundeolympiade met veel enthousiasme.
A
begeleide
B
begeleidde

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Na de ...... arbeid rustten de verhuizers uit in het zonnetje.
A
verrichte
B
verrichtte

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Kas heeft de treinbaan van Lego ........ door zelf blokjes toe te voegen.
A
verbreed
B
verbreedt

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Tijdens de opname van Vroege Vogels ....... Benno en de cameravrouw door de IJssel.
A
waden
B
waadden

Slide 13 - Quiz

opdrachten:
maak van cursus 7:
- paragraaf 11, opdracht 4, 6, 7

klaar?

maak van cursus 7:
- paragraaf 2, opdracht 6 +7
timer
15:00
basisvaardigheid:
- schrijfvaardigheid

geen tijd meer?
Dan blok 7!

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

leerdoelen:


- Ik weet hoe ik werkwoordsvormen moet schrijven die hetzelfde klinken;

- Ik weet hoe ik het schema werkwoordspelling moet gebruiken.

huiswerk week 11




maandag 10 maart:
* lezen cursus 4, paragraaf 3, blz. 98+99 tekst 1

dinsdag 11 maart:
* korte samenvatting kort verhaal I



basisvaardigheid:
- schrijfvaardigheid
- leesvaardigheid
burgerschap:
- maatschappelijke vraagstukken

Slide 16 - Diapositive