Chapter 5 shop till you drop

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Chapter 5

Shop till you drop!

Today

* Words

* Grammar

* Watching

Words

Bij de  volgende opdrachten ga je de woordjes oefenen. 

Sleep de woorden naar de juiste plaatjes of typ de juiste 

vertaling in.

Vind je het lastig? Kijk dan in het tekstboek op p.81.

gift shop

receipt

magazine

glove

groceries

pols

inwoner

verschillende

geld  terug

ruilen

various

resident

wrist

exchange

refund

Vertaal: badpak

Vertaal: zakgeld

Vertaal: op voorraad

Vertaal: garantie

Vertaal: munt

Grammar

Je leest zo eerst een uitleg over de grammatica, daarna ga je er vragen over maken. 

De grammatica gaat over de present continuous.

In short (in het kort):

Je gebruikt deze tijd om aan te geven dat iets nu gebeurd of bij afspraken waarbij de tijd/datum al vast staat..

Je maakt het met am/is/are werkwoord+ing:

* I am playing

* You are helping

* He is walking          Tina is working          The cat is hunting

* They are driving     We are eating           Tom and I are swimming

This bag .... heavy.

1. am
2. is
3. are

They ...... from England

1. am
2. are
3. is

They ... family

1. am
2. is
3. are

Jack ... funny.

1. am
2. are
3. is
4. be

My mother and I ... shopping.

1. am
2. is
3. are
4. be

Put in the Present Continuous

Gebruik am/is/are en het werkwoord+ing. 

Bijvoorbeeld:
Sally ... (sleep) > Sally is sleeping.

Je vult overal steeds 2 werkwoorden in!

* Schrijf deze antwoorden in je schrift > 

deze controleer ik op school! *

My rabbit ... (eat)

We ... (work)

They ... (plant) flowers.

Karen and I ... (fish) by the river.

I ... (study) from home.

Peter ... (build) a house.

Tom and Tim ... (share) their room.

You ... (think) about pizza.

They ... (listen) to music.

You and I ... (ride) our bikes.

I ... (water) the plants.

David ... (read) an exciting book.

Watching

Je gaat zo een Mr. Bean video  kijken .

Let goed op, want je krijgt hier vragen over!

De 5 antwoorden schrijf je in je schrift!

02:25

What is Mr. Bean buying?

03:04

Name a shopping word.

05:30

What was in the sleeping bag?

07:06

What did Mr. Bean put on top of his car?

09:18

In what kind of shop is Mr. Bean?

You have finished all the exercises of today!

Wat je uit deze Lessonup op school moet laten zien:

- 12 x present continuous

- 5 antwoorden (Mr. Bean)