H3 Water

Intro: H3 Water 
- Waterkringloop
- Verdeling water op aarde
- Quiz

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Intro: H3 Water 
- Waterkringloop
- Verdeling water op aarde
- Quiz

Slide 1 - Diapositive

Watur? Waar denk jij aan bij water?

Slide 2 - Carte mentale

Is er meer land dan water op aarde?

Slide 3 - Question ouverte

De aarde bestaat voor 70% uit water, de aarde wordt daarom ook wel de
.......... planeet genoemd.

Slide 4 - Question ouverte

HOEVEEL?!?!
De totale watervoorraad op aarde is 1400 miljoen km3 (1 m3 water is gelijk aan 1.000 liter water). In de atmosfeer bevindt zich ongeveer 3.100 m3 water in de vorm van waterdamp. Elke dag verdampt er 280 m3 aan water in de atmosfeer.

Slide 5 - Diapositive

Het water waar de mens bij kan zit in meren, rivieren, planten, in de grond en in de lucht. 
Van al dat zoete water is ook maar slechts 1% toegangelijk voor de mens
Van al het water in de wereld is er slechts 2,5% zoet. Alleen zoet water kan je gebruiken voor landbouw en consumptie.
Verdeling van het water op aarde

Slide 6 - Diapositive

Hoog in de bergen valt er sneeuw. Deze dikke pakken sneeuw vormen een gletsjer.
Een gletsjes stroomt heel langzaam naar beneden en smelt als het opwarmt. Hierdoor ontstaat een gletsjerrivier
Het water in deze rivier is dus ook ijskoud!
Al de neerslag die boven land valt komt samen in een rivieren en in meren. Dit water is zichtbaar en noem je oppervlakte water.
De rivieren die bestaan uit regenwater noem je regenrivieren. 
Er wordt ook een deel van de neerslag opgenomen in de bodem. Het opnemen van neerslag in de bodem noem je infiltratie.
Als het water in de grond is opgenomen noem je het grondwater. 
Het grondwater stroomt ook langzaam terug naar de zee.
Als het water is verdampt en hoog in de atmosfeer afkoelt gaat het condenseren. Hierdoor ontstaan wolken. 
Deze wolken kunnen gelijk weer leeg regenen boven de zee of waaien richting het land. 
Al het water vanuit het land komt samen in de zee. 
In de zee verdampt het meeste water en begint de reis van het water weer opnieuw. Het blijft altijd inbeweging!
In de midden- en benendenloop komen de regenrivier en gletsjerrivier samen. 
Deze rivieren vormen nu samen een gemengde rivier.
Waterkringloop
De korte waterkringloop
Water verdampt boven zee, het water condenseerd wolken en regent weer leeg boven de zee. 
De Lange waterkringloop
Water verdampt boven zee, de wolken waarin het verdampte water zich heeft verzameld waait land inwaarts en de neerslagt valt op het land of boven in de bergen. 
Via verschillende manieren (gletsjers, rivieren en grondwater) stroomt het water weer terug naar zee. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat is de juiste verhouding zoet en zout water?
A
5% zoet - 95 zout
B
4% zoet - 96% zout
C
2,5% zoet - 97,5% zout
D
1% zoet - 99% zout

Slide 9 - Quiz

Het meeste zoet water zit
opgeslagen in?
A
meren
B
rivieren
C
grondwater
D
ijskappen en gletsjers

Slide 10 - Quiz

Waar ligt de grootste voorraad
zoet water?
A
Antarctica
B
Noordpool
C
Himalayagebergte
D
Alpen

Slide 11 - Quiz

Hoeveel procent van het zoet water is toegankelijk voor de mens?
A
1%
B
2%
C
3%
D
4%

Slide 12 - Quiz

In zoet water zit geen zout.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Wat is het belangrijkste onderdeel van de waterkringloop?
A
condensatie
B
verdamping
C
infiltratie
D
wolken

Slide 14 - Quiz

Wat is het verschil tussen verdamping en condensatie?
A
verdamping is het omzetten van gas naar water, condensatie is het omzetten van vloeistof naar gas
B
verdamping is het opnemen van water door planten, condensatie is het omzetten van vloeistof naar gas
C
verdamping is het omzetten van vloeistof naar gas, condensatie is het omzetten van gas naar vloeistof
D
verdamping is het omzetten van gas naar vloeistof, condensatie is het omzetten van vloeistof naar gas

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Watervoetafdruk
Nederlanders hebben een hele grote watervoetafdruk.
We gebruiken maar liefst 3300 liter water per persoon per dag. Niet uit de kraan, maar via ons eten, kleren en producten.

Slide 17 - Diapositive

Wat kun je het beste drinken om de watervoetafdruk te verkleinen?

A
Glas water
B
Kop thee
C
Kop koffie
D
Glas melk

Slide 18 - Quiz

Hoeveel water is er ongeveer nodig voor het produceren van een zak chips (200 gram)?

A
105 liter
B
145 liter
C
185 liter
D
225 liter

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive