H10 - §10.4 Rekenen aan hefbomen

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §10.4
  • instructie §10.4
  • practicum 3
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


§10.4 Rekenen aan hefbomen
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §10.4
  • instructie §10.4
  • practicum 3
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


§10.4 Rekenen aan hefbomen

Slide 1 - Diapositive

Vragen §10.3

Slide 2 - Diapositive

Terugblik

Slide 3 - Diapositive

Opgave 68

Slide 4 - Diapositive

Opgave 70

Slide 5 - Diapositive

Opgave 79

Slide 6 - Diapositive

Opgave 90

Slide 7 - Diapositive

De kist heeft een gewicht van 1000 N. Hoe groot is de benodigde spierkracht?
1000 N
500 N
333 N
250 N
200 N
500 N

Slide 8 - Question de remorquage

§10.4 - Je leert
  • hoe je berekent wanneer een hefboom in evenwicht is;
  • hoe je berekent hoe groot de werkkracht van een hefboom is.

Slide 9 - Diapositive

Practicum 2 - Hijsen met katrollen

Slide 10 - Diapositive

Practicum 2 - Hijsen met katrollen

Slide 11 - Diapositive

Het moment van een kracht
Een hefboom heeft een draaipunt (midden moer)
Je spierkracht werkt over een grote arm (loodrechte afstand van de kracht tot het draaipunt). De kracht op de moer is groot, want deze heeft een kortere arm




Slide 12 - Diapositive

Het moment van een kracht
moment = kracht   x   arm
M=F  l
F  lM

Slide 13 - Diapositive

De arm r is de loodrechte afstand tussen de werklijn van de kracht en het draaipunt.

Slide 14 - Diapositive

Even oefenen
Dries draait de moer van het wiel van zijn fiets vast met een steeksleutel. Volgens de verkoper van de fiets mogen de moeten worden vastgedraaid met een maximaal moment van 80 Nm.

Bereken de kracht waarmee Dries zijn
wiel vast zet.

Slide 15 - Diapositive

Even oefenen
G: M = 80 Nm,      l = 0,2 m
G: F = ? N

F: 

B:

A: De aandraai kracht is 400 N
M=F  l
F=lM
F=0,280=400

Slide 16 - Diapositive

Rekenen aan hefbomen in evenwicht
Mlinksom=Mrechtsom
F1
F2
l1
l2
F1  l1=F2  l2

Slide 17 - Diapositive

Rekenen aan hefbomen in evenwicht
Lisette (26 kg) en haar moeder zitten op 
een wip. De wip is in evenwicht.

a. Bereken de zwaartekracht op Lisette.
b. Bereken de zwaartekracht op Anneke.
c. Bereken de massa van Anneke

Slide 18 - Diapositive

Rekenen aan hefbomen in evenwicht a.
a. Bereken de zwaartekracht op Lisette.
Fz=m  g=26  10=260 N

Slide 19 - Diapositive

Rekenen aan hefbomen in evenwicht b.
b. Bereken de zwaartekracht op Anneke.






De zwaartekracht op Anneke is 866,67 N
FL  lL=FA  lA
260  1,5=FA  0,45
0,45260  1,5=FA=866,67

Slide 20 - Diapositive

Rekenen aan hefbomen in evenwicht a.
a. Bereken de massa van Anneke.





De massa van Anneke is 86,67 kg
Fz=m  g
m=gFz
m=10866,67=86,67

Slide 21 - Diapositive

Rekenen aan hefbomen in evenwicht
Astrid knipt en spijker door met een kracht van (tweemaal) 10 N

Bereken de kracht op de spijker.

Slide 22 - Diapositive

Rekenen aan een hefboom in evenwicht






De kracht op de spijker
is 100 N.
F  l=F  l
F  2,5=20  12,5
F=2,520  12,5=100
Mlinksom=Mrechtsom

Slide 23 - Diapositive

Rekenen aan hefbomen
  • Bij een hefboom heeft elke
    kracht zijn eigen arm.

Slide 24 - Diapositive

Rekenen aan een hefboom in evenwicht





Bereken de onbekende massa.

Slide 25 - Diapositive

Rekenen aan een hefboom in evenwicht
F  l=F  l+F  l
F  5=50  2 +100  4
F=550  2 +100  4
F=100 gr

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

95 N

Slide 30 - Diapositive

95 N

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Hefboom regel
F1×l1=F2×l2
F = kracht in Newton
l = arm in meter

Slide 33 - Diapositive


Is de hefboom in evenwicht?
F1×l1=F2×l2

Slide 34 - Question ouverte

Bereken met de hefboomregel of de hefboom hiernaast in evenwicht is.
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4.Berekening
5. Antwoord.

Slide 35 - Question ouverte

Is de hefboom in evenwicht?

F1×l1=F2×l2
F1×l1=F2×l2
F1×l1=F2×l2
A
De hefboom is in evenwicht.
B
De hefboom is niet in evenwicht.

Slide 36 - Quiz

Op welke afstand moet het poppetje gaan zitten zodat de hefboom in evenwicht is?

Slide 37 - Question ouverte

Practicum 3
timer
30:00

Slide 38 - Diapositive

Practicum 3

Slide 39 - Diapositive

Pak je planner!
Noteer voor de volgende les


Lezen §10.4 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ster- route



Slide 40 - Diapositive

Aan de slag!

  • Lezen §10.4 uit je boek

  • Maak alle opgaven behalve route ✱



Zf

Slide 41 - Diapositive

Wat weet je al???

Slide 42 - Diapositive

Weet je nu ...
  • hoe je berekent wanneer een hefboom in evenwicht is;
  • hoe je berekent hoe groot de werkkracht van een hefboom is.

Slide 43 - Diapositive

Ja, dat weet ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Sondage