Herhalingsles 1 Chemische energie 1

Herhalingsles
 Chemische energie 1
Stralingsenergie 4
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsles
 Chemische energie 1
Stralingsenergie 4

Slide 1 - Diapositive

1. isotoop
2. massagetal
3. atoomnummer
aantal neutronen min aantal protonen
aantal protonen min aantal elektronen
aantal protonen in de kern
totaal aantal kerndeeltjes
aantal neutronen in de kern
stoffen met gelijk aantal neutronen maar verschillend aantal protonen
stoffen met gelijk aantal protonen maar verschillend aantal neutronen
stoffen waarvan het aantal protonen en neutronen in de kern gelijk is

Slide 2 - Question de remorquage

Bekijk de gegevens over atoom P en atoom Q.
Jieronder staan 4 beweringen, geef aan of deze waar of niet waar zijn.
1. P en Q hebben allebei hetzelfde atoomnummer
2. P en Q hebben allebeid hetzelfde massagetal
3. P en Q zijn isotopen van hetzelfde element
4. P en Q zijn beide ionen
WAAR
ONWAAR
1
2
3
4

Slide 3 - Question de remorquage

Wat is een element?
A
Een atoom.
B
Een molecuul dat bestaat uit verschillende soorten atomen.
C
Een molecuul dat bestaat uit één atoomsoort.
D
Water is een element.

Slide 4 - Quiz

Een element ...
A
Bestaat uit 1 soort atomen
B
Bestaat uit 2 of meer soorten atomen

Slide 5 - Quiz

Wat is geen element?
A
zuurstof (O2)
B
Koolstof(C)
C
Fosfor (P)
D
Het zijn allemaal elementen

Slide 6 - Quiz

Er is een element. Dit element bevind zich in groep 2 en in periode 3.
Welk element is dit?

A
Ca
B
Be
C
Mg
D
Na

Slide 7 - Quiz

Er is een element. Dit element bevind zich in groep 13 en periode in periode 2.
Welk element is dit?

A
Ca
B
C
C
B
D
Na

Slide 8 - Quiz

halogenen
niet-metaal atomen
metaal atomen

Slide 9 - Question de remorquage

Edelmetaal
Onedele metalen
Zeer onedele metalen

Slide 10 - Question de remorquage

Juist
Onjuist

Alle metalen geleiden elektrische stroom. 
Alle metalen geleiden warmte.
Alle metalen blinken en hebben een typische metaalglans. 
zuivere metalen zijn gemakkelijk te vervormen. 
Alle metalen hebben dezelfde dichtheid. 
Alle metalen zijn magnetisch. 
Alle metalen hebben hetzelfde smeltpunt. 

Slide 11 - Question de remorquage

Metaal
Niet-metaal
Al
Cl
Br

Slide 12 - Question de remorquage

halogenen
niet-metaal atomen
metaal atomen
edelgassen
alkalimetalen
aardalkalimetalen

Slide 13 - Question de remorquage

Kalium is
een edel metaal
een onedel metaal

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is een isotoop?
A
zelfde atoom, andere massa
B
ander atoom, zelfde massa
C
zelfde atoom, ander atoomnummer
D
ander atoom, zelfde atoomnummer

Slide 15 - Quiz

Welke straling behoort tot het elektromagnetische spectrum
A
alleen γ-straling
B
alleen β-straling
C
α-, β- en γ-straling
D
α- en β-straling

Slide 16 - Quiz

Het elektromagnetisch spectrum bestaat uit gammastraling, röntgenstraling, ultravioletstraling, (zichtbaar) licht, infraroodstraling en radiogolven.
De hierboven genoemde soorten elektromagnetische straling staan in een volgorde van:
A
Toenemende frequentie
B
Toenemende energie
C
Toenemende golflengte
D
Afnemende energie

Slide 17 - Quiz

Licht is het zichtbare deel van het elektromagnetisch spectrum.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Bij welke vorm van radioactief verval daalt het massagetal?
A
alfa-straling
B
bèta-straling
C
gamma-straling

Slide 19 - Quiz

In de figuur zie je een grafiek van het radioactief verval van Jood-131. Hoe groot is de halveringstijd van Jood-131?
A
8 dagen
B
16 dagen
C
24 dagen
D
32 dagen

Slide 20 - Quiz

Bij welke vorm van radioactief verval stijgt het atoomnummer?
A
alfa-straling
B
bèta-straling
C
gamma-straling

Slide 21 - Quiz

De isotopen die bij radioactief verval ontstaan, kunnen zelf ook weer radioactief zijn. Soms heb je een hele reeks radioactieve isotopen die elkaar 1 voor 1 opvolgen, totdat de laatste vervalreactie een stabiele atoomkern oplevert. In figuur 29 zie je 6 stapjes van de verval reeks waardoor Uranium-238 vervalt tot stabiel lood-206. Wat ontbreekt er bij stap 2?
A
10e
B
83210Bi
C
91234Pa
D
84210Po

Slide 22 - Quiz

Welk soort straling wordt uitgezonden als radium-224 door radioactief verval verandert in radon-220?
A
alfaverval
B
bètaverval
C
gammaverval

Slide 23 - Quiz

WAAR
NIET WAAR
De halveringstijd van een radioactieve stof is de tijd waarin het aantal
stabiele atoomkernen met de helft afneemt

Slide 24 - Question de remorquage