Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Blok 3 les 8
1 / 39
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
39 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
2
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Standpunt en argument
= wat vind je en waarom vind je dat?
Handig
site
, met uitleg
Slide 7 - Diapositive
Video
"Argumenteren: de basis"
Slide 8 - Diapositive
Geef een voorbeeld van een standpunt.
Let op: een standpunt is een volledige zin.
Slide 9 - Question ouverte
Standpunt innemen:
Iedereen zou van zijn stemrecht gebruik moeten maken
Ja, daar ben ik het mee eens!
Nee, daar ben ik het niet mee eens.
Dat weet ik nog niet. Waarom?
Slide 10 - Sondage
Video
"
Argumenteren: redeneringen
"
Slide 11 - Diapositive
Waar of niet waar?
Argumenten onderbouwen een standpunt.
timer
0:15
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Waar of niet waar?
Argumenten zijn altijd waar.
timer
0:15
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Waar of niet waar?
In je argument zeg je waarom je iets vindt.
timer
0:15
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Site
"Logisch redeneren"
Uitleg en extra oefening (met antwoorden)
Slide 15 - Diapositive
Maak de redenering logisch
Ik zet vandaag een muts op,
De bus stopte niet bij de halte,
Ik heb vandaag een vrije dag,
want
er is een gure wind vandaag.
dus
ik moet op de fiets naar school.
maar
ik sta toch op tijd op om naar mijn vriend te gaan.
Slide 16 - Question de remorquage
Site
"
Kritisch denken om leerstof beter te begrijoen en onthouden"
Kritisch denken betekent dat je onafhankelijk van anderen informatie analyseert en beoordeelt. Dit helpt je ook bij argumenteren.
Slide 17 - Diapositive
Site
"
Kritisch denken om leerstof beter te begrijoen en onthouden"
Kritisch denken betekent dat je onafhankelijk van anderen informatie analyseert en beoordeelt. Dit helpt je ook bij argumenteren.
Slide 18 - Diapositive
Welke kritische vragen zou je kunnen stellen?
Katarine stelt: een corrigerende tik mag wel, want ik bent er niet slechter van geworden.
Slide 19 - Question ouverte
De redenatie van Katarina is...
Logisch, want het standpunt volgt logisch uit het argument.
Onlogisch, want het standpunt volgt niet logisch uit het argument.
Slide 20 - Sondage
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
We moeten windmolens plaatsen, want anders hebben we over een paar jaar geen energie meer.
Wat is het standpunt?
Slide 23 - Question ouverte
We moeten windmolens plaatsen, want anders hebben we over een paar jaar geen energie meer.
Wat is het argument?
Slide 24 - Question ouverte
We moeten windmolens plaatsen, want anders hebben we over een paar jaar geen energie meer.
Welke kritische vraag kun je stellen om te kijken of de redenering logisch is?
Slide 25 - Question ouverte
We moeten windmolens plaatsen, want anders
hebben we over een paar jaar geen energie meer.
Deze redenering is logisch
Deze redenering is onlogisch
Slide 26 - Sondage
Juf Melis
legt de termen objectief en subjectief uit.
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Hoe noem je een argument dat op feiten in gebaseerd?
A
objectief argument
B
subjectief argument
Slide 29 - Quiz
Er zou geen wetenschapper zijn die slim genoeg is om dit virus te maken.
Is dit argument objectief of subjectief?
A
objectief
B
subjectief
Slide 30 - Quiz
Je kunt nu beter niet gaan snoeien, want het is -10 graden.
A
objectief argument
B
subjectief argument
C
D
Slide 31 - Quiz
Ik doe liever boodschappen bij de AH dan bij de Jumbo, want ik vind de AH een betere supermarkt.
A
objectief argument
B
subjectief argument
C
Slide 32 - Quiz
De meeste politici zijn niet te vertrouwen, dus ik ga in de toekomst niet meer stemmen
A
objectief argument
B
subjectief argument
Slide 33 - Quiz
Argument 1:
'Vandaag kunnen we beter niet naar buiten gaan, het is koud.'
Argument 2:
'Vandaag kunnen we beter niet naar buiten gaan, het is vijf graden onder nul.'
A
Argument 1 en 2 zijn objectief
B
Argument 1 is subjectief en argument 2 objectief
C
Argument 1 en 2 zijn subjectief
D
Argument 1 is objectief en argument 2 subjectief
Slide 34 - Quiz
"De aarde warmt helemaal niet op. Er valt nog steeds ontzettend veel sneeuw en ik heb het het hele voorjaar koud gehad."
A
Objectief argument
B
Subjectief argument
Slide 35 - Quiz
De smartphone is onmisbaar. Heel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone.
A
objectief argument
B
subjectief argument
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Diapositive
Een subjectief argument kan overtuigend zijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Logisch redeneren, argumenten, standpunt
Mai 2022
- Leçon avec
43 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 3
Septembre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Drogredenen
Janvier 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Argumenteren H4
Octobre 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Argumenteren
Janvier 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
nederlands 25 nov
Novembre 2024
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Argumenteren
Mai 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
H5 Argumenteren laatste les
Octobre 2020
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5