Dier vermaak en dieren leed

Dierenleed en diervermaak.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
plant en dierSpeciaal OnderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Dierenleed en diervermaak.

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
-Na de les kan je uitleggen om welke redenen mensen dieren houden.
-Na de les kan je uitleggen waarom er verschillen zijn in de omgang met dieren tussen mensen.
-Na de les kun je uitleggen wat diervermaak en dierenleed is.
-Opdracht: zoeken naar voorbeelden diervermaak en dierleed.
- Je opdracht ga je verdedigen voor de klas. 

Slide 2 - Diapositive

Waarom houden mensen dieren?
Gezelschapsdieren
Voor hobby of wedstrijden
Productiedieren
Proefdieren
Werkdieren
Dieren in dierentuinen - om van te leren
Circusdieren

Slide 3 - Diapositive

Gezelschapsdieren
Voor de gezelligheid
Om te knuffelen

katten, honden,
vogels, knaagdieren,
konijnen

Slide 4 - Diapositive

Hobbydieren
Dieren worden gebruikt voor wedstrijden of als hobby.
Bijvoorbeeld wedstrijden met postduiven of kattenshows.

Slide 5 - Diapositive

Productiedieren
Voor productie van:
melk, vlees, eieren

In Nederland wonen 17 miljoen mensen maar ook 450 miljoen productiedieren

Slide 6 - Diapositive

Proefdieren
Om medicijnen maar ook bijvoorbeeld voeding te testen worden proefdieren gebruikt.

In Nederland mag niet getest worden op dieren voor cosmetica.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Werkdieren
Met deze dieren wordt werk verricht. 
Pakezels, speurhonden, waakhonden, showdieren (voor toeristen), trekpaarden

Slide 9 - Diapositive

Dierentuin / circus
Deze dieren zijn voor het vermaak. 
Ze leven in gevangenschap en doen in sommige gevallen onnatuurlijke kunsten

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Dierenleed en diervermaak

Slide 12 - Diapositive

Waarom gaan we verschillend met dieren om?
1. Normen en waarden
In het ene land eten mensen honden, terwijl in het andere land mensen honden als huisdier houden.
2. Het soort dier en de aaibaarheidsfactor
Hoe hoger de aaibaarheidsfactor hoe belangrijker mensen het vinden dat je goed omgaat met een dier. Dus mensen hebben vaak meer moeite met apen als proefdieren dan kikkers.
3. Waarvoor wordt het dier gehouden?
Kippen op een boerderij worden anders behandeld dan kippen bij iemand in de achtertuin of de kinderboerderij.
Tegenwoordig wordt wel geprobeerd om dieren zo natuurlijk mogelijk te houden.

Slide 13 - Diapositive

Diervermaak.

Slide 14 - Diapositive

Dierenleed.

Slide 15 - Diapositive

Opdracht.


We gaan op internet zoeken naar voorbeelden van diervermaak en dierenleed.
We zoeken 20 voorbeelden van diervermaak en 20 voorbeelden van dierenleed op internet en plakken we dit in Word.
Daarna printen we ze, en plakken we ze op een vel papier.
Daarna ga je het opdracht verdedigen,hierop wordt je beoordeelt voor een cijfer.

Slide 16 - Diapositive