Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 6 vidéos.
Éléments de cette leçon
(hele korte) film geschiedenis
Slide 1 - Diapositive
wat heeft dit schilderij te maken met de beginselen van film?
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Simpele filmpjes worden commercieel vertoond in Nickel-Odeons (dubbeltjes theaters): machientjes met een serie foto’s op een as waar je zelf aan moet draaien na inworp van een dubbeltje.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Een spannende film in één shot, is dat eigenlijk wel mogelijk?
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
oké dus. Film:
De volgende slide gaat naar de website van NPO, over film en wat daarbij komt kijken. We kijken er een aantal korte filmpjes met info.
Een cliffhanger is een vakterm uit de film- en televisiewereld, die ook gebruikt wordt voor verhalen in boeken en toneelstukken, voor het moment dat een serie of aflevering, film of boek het verhaal plotseling afbreekt, juist als de spanning het grootst is en het nog onduidelijk is hoe het verder afloopt.
1. Scenario: schrijf je voor een korte film (max. 5 min). Gebruik deze opzet: hoofdpersoon en doel - probleem/situatie - cliffhanger.
2. Art departement: Bedenk de juiste set voor je film: in welke sfeer speelt het zich af en welke kleding en attributen worden er gebruikt. Maak een moodboard (mag simpel, als het maar goed sfeer en setting weergeeft).
Slide 18 - Diapositive
Vervolg, in groepjes:
3. Vorm groepjes van 3-5 leerlingen.
4. Pitch (presenteer) je verhaal aan de groepsleden
5. Kies het leukste verhaal: dit gaan jullie als groepje verder uitwerken en vervolgens een film maken.
6. Werk de onderdelen scenario, art department en storyboard in detail uit.
7. verdeel de rollen en..
8... ga filmen!
Slide 19 - Diapositive
wat lever je in:
Individueel: Je eigen verhaal en moodboardje.
Een reflectie over het complete proces en samenwerking
Gezamenlijk: de gemonteerde film, voorzien van geluidseffecten, inclusief aftiteling met medewerkers
(uitgebreide info in de slides hierna en in Teams)
Slide 20 - Diapositive
Maak in periode twee een filmpje waarin een kort verhaaltje of een situatie vertelt of vertoont. De film moet aan bepaalde cinematografische kwaliteitseisen voldoen. Dat betekent dat je heel gericht moet nadenken over wat de camera doet. In de Lesson Up vind je informatie over achtereenvolgens cameraperspectief, kadrering en camerabewegingen.
• Van de drie cameraperspectieven moet je er minimaal 2 gebruiken.
• Van de vier kadreringen moet je er tenminste drie gebruiken
• en van de 6 camerabewegingen moet je er minimaal 4 gebruiken.
Je doet het werk met een groepje van 2-5 personen. Je mag wel externe acteurs inzetten( broers of zussen klasgenoten je oma, etc) Je mag ook het monteren uitbesteden aan iemand die er handig in is. Bij het inleveren moet je de extra mensen wel noemen. Dat kan in de aftiteling of in een Word document dat je bij je film inlevert. Noem ook de namen van de camera man of vrouw en de andere acteurs en noem de tekenaars van het storyboard en de schrijvers van het script.
Slide 21 - Diapositive
Wat lever je in als groepje:
• Een script met een beschrijving van de handelingen en gebeurtenissen.
• Een storyboard met ALLE shots van de film. Je mag met pijlen en aanvullende tekst werken om de camera-activiteit te beschrijven
• Een film
• Een worddocument met alle namen en taken van de medewerkers.
Je wordt beoodeeld op het aanwezig zijn van bovenstaande 4 items. Het verhaal of de documentaire moet begrijpelijk zijn. Het verhaal moet overtuigend in beeld worden gebracht, het moet geloofwaardig zijn. Verder wordt het camerawerk beoordeeld op de hierboven genoemde kwaliteits eisen. En tenslotte moet het storyboard overeenkomen met de film. Orginaliteit van de film kan bonus opleveren.