Grammatica 4
1 / 26
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Persoonsvorm?
In de lente groeien de bloemen weer volop in de tuin.
In de lente groeien de bloemen weer volop in de tuin.
Slide 4 - Question ouverte
Persoonsvorm?
Elk jaar wordt het in de lente langzaam warmer.
Elk jaar wordt het in de lente langzaam warmer.
Slide 5 - Question ouverte
Persoonsvorm?
De vogels zingen vrolijk in de ochtendzon.
De vogels zingen vrolijk in de ochtendzon.
Slide 6 - Question ouverte
Persoonsvorm?
De lammetjes springen blij in de wei.
De lammetjes springen blij in de wei.
Slide 7 - Question ouverte
Persoonsvorm?
Wij genieten van de langere dagen en het frisse groen.
Wij genieten van de langere dagen en het frisse groen.
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Persoonsvorm?
De zon schijnt vandaag heerlijk fel.
De zon schijnt vandaag heerlijk fel.
Slide 12 - Question ouverte
Onderwerp: wie (of wat) schijnt?
De zon schijnt vandaag heerlijk fel.
De zon schijnt vandaag heerlijk fel.
Slide 13 - Question ouverte
Persoonsvorm?
Mijn buurman maait elke zaterdag het gras.
Mijn buurman maait elke zaterdag het gras.
Slide 14 - Question ouverte
Onderwerp: wie (of wat) maait?
Mijn buurman maait elke zaterdag het gras.
Mijn buurman maait elke zaterdag het gras.
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Persoonsvorm?
De vogels fluiten vrolijk in de vroege ochtend.
De vogels fluiten vrolijk in de vroege ochtend.
Slide 20 - Question ouverte
Onderwerp?
De vogels fluiten vrolijk in de vroege ochtend.
De vogels fluiten vrolijk in de vroege ochtend.
Slide 21 - Question ouverte
Persoonsvorm?
De zon schijnt steeds vaker en maakt de dagen warmer.
De zon schijnt steeds vaker en maakt de dagen warmer.
Slide 22 - Question ouverte
Onderwerp?
De zon schijnt steeds vaker en maakt de dagen warmer.
De zon schijnt steeds vaker en maakt de dagen warmer.
Slide 23 - Question ouverte
Persoonsvorm?
De kinderen spelen buiten in het zachte lenteweer.
De kinderen spelen buiten in het zachte lenteweer.
Slide 24 - Question ouverte
Onderwerp?
De kinderen spelen buiten in het zachte lenteweer.
De kinderen spelen buiten in het zachte lenteweer.
