GS7_Koninkrijk der Nederlanden I

GS7 Koninkrijk der Nederlanden 1 
1815-1848
Doelen B:
Ik kan vertellen hoe Nederland een koninkrijk werd en wat er in een grondwet staat

Doelen KT:
Ik kan vertellen hoe Nederland een koninkrijk werd en waarom Nederland en België een land werden
Ik kan de begrippen grondwet en constitutionele monarchie uitleggen.



1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

GS7 Koninkrijk der Nederlanden 1 
1815-1848
Doelen B:
Ik kan vertellen hoe Nederland een koninkrijk werd en wat er in een grondwet staat

Doelen KT:
Ik kan vertellen hoe Nederland een koninkrijk werd en waarom Nederland en België een land werden
Ik kan de begrippen grondwet en constitutionele monarchie uitleggen.



Slide 1 - Diapositive

GS7 Koninkrijk der Nederlanden 1
1815-1848
Doelen HV:
Ik kan vertellen hoe Nederland een koninkrijk werd en kan verschillende staatsvormen noemen
Ik kan de begrippen grondwet en constitutionele monarchie uitleggen.
Ik kan verklaren waarom Nederland, België en Luxemburg samengevoegd werden.
Doel V: Ik kan de verschillende staatsvormen noemen met de bijbehorende namen periodes en onderlinge verschillen.

Slide 2 - Diapositive

Het einde van de Franse tijd
Napoleon wordt op 18 juni 1815 in de Slag bij Waterloo verslagen door een leger van Engelsen, Pruisen en Nederlanders
Land
Soldaten
Doden en gewonden
Engeland en de Nederlanden
67.000
15.000
Pruisen
48.000
7.000
Frankrijk
73.000
25.000

Slide 3 - Diapositive

De slag bij Waterloo
De hertog van Wellington krijgt hier het bericht dat de Pruisische troepen te hulp komen. In dit groepsportret van de hoofdrolspelers staat Wellington, bevelhebber van de Brits-Nederlandse troepen, centraal. Linksvoor ligt de Nederlandse kroonprins, de latere Willem II, gewond op een brancard. Het schilderij was aanvankelijk bedoeld voor Wellington. Maar toen Willem I het zag kocht hij het voor zijn zoon. Zo bleef het schilderij behouden voor Nederland.

Slide 4 - Diapositive

Congres van Wenen

Slide 5 - Diapositive

Het congres van Wenen afspraken:
  • Koningen van Europa zijn net als voor de revolutie weer de baas.
  •  Ze besluiten in Wenen dat er een groot sterk land moet komen ten noorden van Frankrijk, om oorlog in de toekomst tegen te gaan.
  • Nederland, België (en Luxemburg) worden samengevoegd.

Slide 6 - Diapositive

Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

Slide 7 - Diapositive

Gevolgen voor ons land: 
De Nederlanden verenigd
- Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden worden één land

- Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

- Koning Willem I

Slide 8 - Diapositive

Een grondwet
Was alles voor niets? 
De koning moet zich houden aan de regels in de grondwet.

In een grondwet staan :
  • rechten van burgers
  • regels voor het regeren

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Willem I (1813-1840)
  • de eerste koning der Nederlanden uit het huis Oranje-Nassau.

  • Willem I wordt gezien als de eerste "echte" koning der Nederlanden.

Slide 13 - Diapositive

Willem I (1813-1840)
  • zoon van de laatste stadhouder van de Republiek

  • groothertog van Luxemburg

  • Willem is niet zo machtig als de koningen van voor de Franse Revolutie

Slide 14 - Diapositive

Willem I (1813-1840)

  • Hij moet zich houden aan de grondwet
Een grondwet = een constitutie
Een koninkrijk = een monarchie
  • Nederland is een constitutionele monarchie
Toch heeft Willem als koning nog heel veel macht

Slide 15 - Diapositive

Grote verschillen
- Zuiden katholiek en Franstalig
- Willem I is Protestants en 
Nederlands
- Willem I besteedt veel geld aan
het noorden

Slide 16 - Diapositive

Wat krijgt Willem?
  • Een groot maar arm land.
  • 20 jaar bezet geweest door de Fransen
  • Had flink moeten betalen voor de oorlogen van Napoleon

Slide 17 - Diapositive

Het noorden (Nederland)
  • Geen industrie, leefde van de handel (VOC)
  • Nederlanders wilden weer handelen.
  • VOC was er niet meer, hoe gaan we onze kolonie 
       weer winst laten maken?
  • Bevolking was in meerderheid protestant
  • Nederlanders wilden geen invoerechten

invoerrechten = belasting die je moet betalen als je iets uit het buitenland invoert

Slide 18 - Diapositive

Het zuiden (België)
  • Veel (jonge) industrie, leefde van de productie (fabrieken)
  • Belgen wilden hun industrie beschermen tegen 
       buitenlandse concurrentie
  • Bevolking was in meerderheid katholiek
  • Er zijn meer mensen Belg dan Nederlander, maar in 
       het parlement zitten meer Nederlanders dan Belgen.
  • Belgen wilden wel invoerrechten

Slide 19 - Diapositive

Gevolg:
Er ontstaat steeds meer onvrede bij de Belgen, ze willen een eigen land. In 1830 komen ze in opstand.
  • Willem I stuurt een leger.
  • Frankrijk en Engeland steunen de Belgen.
  • Willem I trekt zijn leger terug
  • 9 jaar lang liggen de troepen aan de grens met België (klaar om aan te vallen) maar er gebeurd niets... (Belgenmoppen)
(gentlemen's agreement)

Slide 20 - Diapositive

De Belgische opstand
- 1830 opstand
- Het Noorden wordt 
het Koninkrijk der Nederlanden

Uit ontevredenheid over bestuur koning Willem I komen de Belgen in Opstand en stichten een eigen staat

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

1839 België onafhankelijk
1840 Willem I treedt af
1840 Willem II koning, daarover de volgende keer.

Slide 23 - Diapositive

Alleen voor H en V

Slide 24 - Diapositive

Alleen voor H en V

Slide 25 - Diapositive

Check jezelf!
Doelen B:
Ik kan vertellen hoe Nederland een koninkrijk werd en wat er in een grondwet staat

Doelen KT:
Ik kan vertellen hoe Nederland een koninkrijk werd
Ik kan de begrippen grondwet en constitutionele monarchie uitleggen.
Ik kan uitleggen waarom Nederland en België een land werden



Slide 26 - Diapositive

Check jezelf!
Doelen HV:
Ik kan vertellen hoe Nederland een koninkrijk werd en kan verschillende staatsvormen noemen
Ik kan de begrippen grondwet en constitutionele monarchie uitleggen.
Ik kan verklaren waarom Nederland, België en Luxemburg samengevoegd werden.
Doel V: Ik kan de verschillende staatsvormen noemen met de bijbehorende namen periodes en onderlinge verschillen.

Slide 27 - Diapositive

Vooruitblik
Volgende keer gaan we onderzoeken wat er gebeurde tijdens het revolutiejaar 1848.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo