oefening TV3 leerjaar 2

TV 3 leerjaar 2

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

TV 3 leerjaar 2

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Mijn moeder gaf mij een heerlijke warme jas voor de winter.
Moeder is ...
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Quiz

Mijn moeder gaf mij een heerlijke warme jas voor de winter.
'gaf' is ...
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
persoonsvorm
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Quiz

Mijn moeder gaf mij een heerlijke warme jas voor de winter.
'warme' is ...
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
persoonsvorm
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Quiz

Mijn moeder gaf mij een heerlijke warme jas voor de winter.
'mijn' is ...
A
bezittelijk voornaamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
persoonsvorm
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Quiz

Mijn moeder gaf mij een heerlijke warme jas voor de winter.
'heerlijke' is ...
A
bezittelijk voornaamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
persoonsvorm
D
bijwoord

Slide 7 - Quiz

Persoonsvorm
Lidwoord
Voorzetsel
Bijvoeglijk naamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
zelfstandig naamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
bijwoord
Op  
Het Perron,
die
school 
zitten 
uit 
Veenendaal,
ontzettend 
leuke 
leerlingen!

Slide 8 - Question de remorquage


Slide 9 - Question ouverte

Hoe schrijf je het meervoud van
'bacterie'?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe schrijf je het meervoud van
'monnik'?

Slide 11 - Question ouverte

Hoe schrijf je het meervoud van
'sportfanaat'?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe schrijf je het meervoud van
'ideologie'?

Slide 13 - Question ouverte

Tijdens de opvang zat de groep rustig te werken.
(pv / voegwoord of betrekkelijk vnw / samengesteld of enkelvoudig?)

Slide 14 - Question ouverte

De keeper stond in het doel maar lette niet op.
(pv / voegwoord of betrekkelijk vnw / samengesteld of enkelvoudig?)

Slide 15 - Question ouverte

De jongen die een muts droeg, had rode wangen van de warmte...
(pv / voegwoord of betrekkelijk vnw / samengesteld of enkelvoudig?)

Slide 16 - Question ouverte