Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Herhaling hoofdstuk 5 en 7
Morgen proefwerk hoofdstuk 5 en 7
Slide 1 - Diapositive
Mara en Lotte huren een fiets. De formule die hierbij hoort is: tijd in dagen = (bedrag in euro - 18) : 22 Hoeveel dagen huren ze de fiets als ze 128 euro moeten betalen?
Slide 2 - Question ouverte
Mara en Lotte huren een fiets. De formule die hierbij hoort is: tijd in dagen = (bedrag in euro - 18) : 22 Bereken hoeveel ze moeten betalen voor 12 dagen.
Slide 3 - Question ouverte
Martin wil een scooter huren. Hij moet 50 euro servicekosten betalen en 20 euro per uur. Stel een formule op die hoort bij de huur van de scooter.
Slide 4 - Question ouverte
Stel een formule op bij de grafiek
Slide 5 - Question ouverte
Stel een formule op bij de grafiek
Slide 6 - Question ouverte
geef de formule die bij de tabel hoort
Slide 7 - Question ouverte
Een tv kost 300 euro exculsief BTW. Bereken wat de tv kost inclusief BTW
Slide 8 - Question ouverte
Peter heeft een nieuwe broek van 80 euro gezien. Hij krijgt 17% korting. Wat moet hij voor de broek betalen?
Slide 9 - Question ouverte
Wouter loopt 7,4 km/uur wat is zijn snelheid in m/s? Rond af op 1 decimaal
Slide 10 - Question ouverte
Flip loopt 5 km in 27 min en 32 seconden. Bereken zijn snelheid in m/s. Rond af op hele
Slide 11 - Question ouverte
Boer Jan heeft een weiland van 120 m bij 340 m. Bereken de oppervlakte in hectare.
Slide 12 - Question ouverte
Bereken 3% van 340 euro
Slide 13 - Question ouverte
Een ijsje kostte eerst 1,25 per bol en nu 1,30. Hoeveel procent is de prijs gestegen?
Slide 14 - Question ouverte
Van de 500 bezoekers waren er 215 vrouwen. Hoeveel procent is dat?