Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
6.4 De Amerikaanse Burgeroorlog
Slide 1 - Diapositive
Oh ja!
Pak je schrift
Wat hebben we vorige les besproken over 6.3?
Hoe zat het ook alweer met Noord en Zuid?
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
Straks kun je uitleggen:
Wat de oorzaken
en de gevolgen waren
van de Amerikaanse Burgeroorlog
Slide 3 - Diapositive
Leg in je eigen woorden uit wat een burgeroorlog is
Slide 4 - Question ouverte
Economie
Het noorden
Veel industrie
Het zuiden
Veel landbouw
Slide 5 - Diapositive
Filmpje
New York rond 1850
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Politiek
Het noorden
Wil een federale overheid
Het zuiden
Wil veel macht per staat
Slide 8 - Diapositive
Slavernij
Het noorden
Keurde slavernij af
Het zuiden
Voor slavernij
Slide 9 - Diapositive
Het Noorden
Het Zuiden
New York
Texas
Voor slavernij
Tegen slavernij
Veel industrie
Weinig industrie
Veel landbouw
Weinig landbouw
Federale macht
Macht per staat
Grotere bevolking
Kleinere bevolking
Veel havens
Veel grote steden
Veel kleine dorpen
Slide 10 - Question de remorquage
Slechte behandeling zwarte bevolking
De regering bepaalt per staat:
Zwarten waren letterlijk producten (1857)
Blanken hoefden geen zwarte rechten te respecteren
In nieuwe staten mochten bewoners zelf kiezen of ze wel of geen slavernij wilden
Slide 11 - Diapositive
Lincoln aan de macht
Noorden: Republikeinse Partij
Zuiden: Democratische Partij
In 1860 winnen Republikeinen de verkiezingen
Abraham Lincoln wordt de nieuwe president
Zuidelijke staten boos, scheiden zich af ➠ burgeroorlog!
Slide 12 - Diapositive
De VS splitsen zich op (1860)
Rood: Confederatie
Donkerblauw: Unie
Lichtblauw: Twijfel
Abraham Lincoln
Jefferson Davis
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Wat is de oorzaak van de burgeroorlog volgens de tekenaar?
Slide 15 - Question ouverte
Oorlog
Door industrialisatie eerste "moderne" totale oorlog:
Bewust vernietigen van boerderijen, en huizen en spoorwegen
1863: Emancipatie Wet: Alle slaven in het zuiden worden vrije burgers
Voordeel noorden: meer soldaten en industrie (spoorwegen en wapens)
1865: zuiden geeft zich over --> bloedigste oorlog uit geschiedenis VS
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Lincoln schaft slavernij af
Afschaffing van slavernij in 1863:
Zwarte mensen zouden harder vechten voor de Unie
Zwarte mensen zouden in het Zuiden in opstand komen
Het Noorden wint (1865), maar Lincoln wordt vermoord
De stoel waarin Lincoln zat toen hij werd vermoord. Het bloed is nog te zien.
Slide 18 - Diapositive
Reconstruction
Voordeel noorden: meer soldaten en industrie (spoorwegen en wapens)
1865: zuiden geeft zich over
Totaal tussen 785.000 en 1.000.000 doden:
Bloedigste oorlog uit Amerikaanse geschiedenis
Lastig om zuidelijke staten te hervormen --> boosheid om verlies oorlog
Ondanks bevrijding blijven de Afro-Amerikanen in het zuiden achtergesteld...
Slide 19 - Diapositive
Reconstruction -2-
De Afro-Amerikanen mochten nu dus ook stemmen voor het nieuwe parlement, dus ook voor die in de staten.
Economisch gezien kregen de Afro-Amerikanen het niet beter, blanken bleven alle grond bezitten.
1877 einde Reconstruction=> Zuiden bleef voornamelijk agrarisch met grootgrondbezitters en pachters of sharecroppers. Ook kwam er wat industrie.
Slide 20 - Diapositive
Segregatie en racisme
Zwarte bevolking gezien als tweederangs burgers
Segregatie (scheiding) was wettelijke toegestaan
Xenofobie bij blanken: sluiten zich aan Ku Klux Klan (KKK)
Organisatie groeide sterk: in 1935 rond de 5 miljoen leden
Slide 21 - Diapositive
Segregatie
In het zuiden verandert weinig: plantages met blanke elite
Jim Crow wetten maakt het legaal Afro-Amerikanen te discrimineren:
Gescheiden scholen en publieke instellingen, geen stemrecht (segregatie)
Gevolg: Afro-Amerikanen worden tweedehands burgers
Situatie blijft onveranderd tot 1965...
Slide 22 - Diapositive
Filmpje
Hoe de Amerikaanse Burgeroorlog nog steeds te zien is
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Overzicht
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben. Zorg dat de volgende vier zaken aan de orde komen: Wie, Wat, Waarom, Wanneer