Taalverzorging deel 4

TAALVERZORGING
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

TAALVERZORGING

Slide 1 - Diapositive

Tegenwoordige tijd
 VT Zwakke werkwoorden
VT sterke werkwoorden
loopt
liepen
redde
redden
stond
pakten
wordt
werd
pakken

Slide 2 - Question de remorquage

Heb jij jouw kamer al .....
A
opgeruimt
B
opgeruimdt
C
opgeruimd

Slide 3 - Quiz

Voltooid deelwoord
Gebruik je oren (langer maken) of gebruik het sexy fokschaap

Het gebeurt mij nooit.
Het is mijn nog nooit gebeurd.

Want --> stam = gebeur 
r zit niet in het sexy fokschaap, dus d

Slide 4 - Diapositive

Hij ... [melden] het probleem gisteren al. (v.t.)

Slide 5 - Question ouverte

Nou, ik wel hoor! En het is niet moeilijk! 
GEWOON REGELTJES TOEPASSEN...
Werkwoordspelling vervolg

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:

Ik...... (vinden) daar niks aan.

Slide 8 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:

Tamar ..... (lopen) elke ochtend een blokje om?

Slide 9 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
De hond.... (rennen) zonder aarzelen achter de stok in de sloot aan.

Slide 10 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Wat (vinden) .... jouw ouders daarvan?

Slide 11 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
De tandarts ... (verdoven) de kies voordat hij gaat boren.

Slide 12 - Question ouverte

Let op:
De tandarts heeft de kies zojuist verdooft / verdoofd?

Slide 13 - Question ouverte

Terug naar de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:

Ik (worden.... ) later voetballer

Slide 14 - Question ouverte

Terug naar de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:

Mijn vader (worden.... ) voorzitter van de buurtvereniging.

Slide 15 - Question ouverte

Terug naar de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:

De baby (melden) .... zich vanzelf wel.

Slide 16 - Question ouverte

Mijn vader (snijden).... de taart in zes stukken

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Mijn vader (worden).... morgen geopereerd.

Slide 19 - Question ouverte

(Worden) .... jij ook voor dat soort dingen gevraagd?

Slide 20 - Question ouverte

Ik.....[branden] mijn billen aan de kachel. (v.t.)

Slide 21 - Question ouverte

In de winkel .... [passen] Jessica een nieuwe broek. (v.t.)

Slide 22 - Question ouverte

Michael en José ..... [missen] de bus naar school. (v.t.)

Slide 23 - Question ouverte

Welk werkwoord (vt) is verkeerd geschreven?
A
spoelde
B
voetbalde
C
wachtte
D
veegte

Slide 24 - Quiz

Sleep het werkwoord naar de bijbehorende werkwoordsvorm.
persoonsvorm tt hij-vorm
persoonsvorm tt wij-vorm
persoonsvorm vt enkelvoud
persoonsvorm vt meervoud
vertelt
pestten
zou
pesten

Slide 25 - Question de remorquage

Ik heb gisteren buiten ......
A
gespeelt
B
gespeeldt
C
gespeeld

Slide 26 - Quiz

Wij hebben onze vakantie vorige week .....
A
geboekt
B
geboekdt
C
geboekd

Slide 27 - Quiz

Onderweg naar school ben ik .....
A
verdwaalt
B
verdwaaldt
C
verdwaald

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive