Quiz paragraaf 7.3 -vervolg-

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

1. De dieselprijs per liter is in een week tijd gestegen van € 1,32 naar € 1,40.
Hoeveel euro is de dieselprijs gestegen?
Bereken de toename in procenten. Rond af op één decimaal.

1. 5,3%
2. 7,8%
3. 6,1%
4. 8,4%

2. Een bepaald stripalbum gaat per 1 september meer kosten. De prijs stijgt van € 19,95 naar € 22,50.
Hoeveel euro stijgt de prijs? Bereken de toename in procenten. Rond af op één decimaal.

1. 11,5%
2. 12,8%
3. 13,9%
4. 14,1%

3. Voor het Europees Kampioenschap voetbal neemt Oranje 23 spelers mee. 3 van de 23 spelers zijn doelmannen.
Hoeveel procent is een doelman? Rond af op één decimaal.

1. 12,0
2. 12
3. 13
4. 13,0

4. Voor het Europees Kampioenschap voetbal neemt Oranje 23 spelers mee. 7 van de 23 spelers zijn aanvallers.
Hoeveel procent is aanvaller?
Rond af op één decimaal.

1. 26,3
2. 38,9
3. 30,4
4. 21,4

5. Khalid koopt een dvd in de opruiming. De dvd kostte eerst € 16,95. Khalid krijgt € 4,00 korting.
Hoeveel procent is deze korting? Rond af op één decimaal.

1. 23,6
2. 45,8
3. 17,5
4. 86,0

6. ziet een verzameling smileys. Rond je antwoorden af op één decimaal.
Hoeveel procent van de smileys heeft een bril?

1. 33,3%
2. 16,7%
3. 37,5%
4. 25%

7. Je ziet een verzameling smileys. Rond je antwoorden af op één decimaal.
Hoeveel procent van de smileys heeft haar op zijn hoofd?

1. 24,4%
2. 26,9%
3. 27,7%
4. 29,2%

8. In een winkel hangt een poster. Staat er één van de stippen op het prijskaartje? Dan krijg je de korting die er bij staat.
Op het prijskaartje zit een gele sticker.
De oorspronkelijke prijs was € 43,80.
Bereken de nieuwe prijs.

1. €85,32
2. €32,85
3. €28,35
4. €58,23

9. De Kuip in Rotterdam heeft
50 000 zitplaatsen. Tijdens een wedstrijd is 78% van de zitplaatsen bezet. Hoeveel zitplaatsen zijn er bezet?

1. 37 000
2. 38 000
3. 39 000
4. 40 000

10. Tussen 1950 en 2017 is het aantal neushoorns met 86,7% afgenomen. In 1950 waren er 38000 neushoorns.
Hoeveel zijn dat er in 2017?

1. 5054
2. 32 946
3. 30 678
4. 6043

11. Maak van elke breuk een percentage.
Rond zonodig af op één decimaal.
= ...... %

​5​​4​​

12. Maak van elke breuk een percentage.
Rond zonodig af op één decimaal.
= ...... %

​3​​1​​

13. Maak van elke breuk een percentage.
Rond zonodig af op één decimaal.
= ...... %

​8​​3​​