Les 3: Arbeidsovereenkomst

Herhaling les 2
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Herhaling les 2

Slide 1 - Diapositive

Wat is een werknemer?
A
Het bedrijf waarvoor je werkt
B
Je eigen bedrijf hebben
C
voor een bedrijf werken
D
iemand die niet geeft maar neemt

Slide 2 - Quiz

Wat is een werkgever?
A
Het bedrijf waarvoor je werkt
B
Je eigen bedrijf hebben
C
voor een bedrijf werken
D
iemand die niet geeft maar neemt

Slide 3 - Quiz

Les 3: Arbeidsovereenkomst
  • Je leert wat er in een arbeidsovereenkomst staat.
  • Je leert welke regels er gelden voor ontslag.
  • Je leert wat het verschil is tussen nettoloon en brutoloon. 

Slide 4 - Diapositive

Arbeidsovereenkomst
  • Arbeidsovereenkomst: een document waarin de afspraken tussen een werknemer en een werkgever staan.
  • Arbeidsvoorwaarden: de afspraken tussen een werknemer en een werkgever.

Slide 5 - Diapositive

Wat afspraken staan er allemaal in arbeidsovereenkomst?

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Arbeidsovereenkomst
Arbeidsvoorwaarden
Bepaalde tijd
Onbepaalde tijd
Een document waarin afspraken tussen een werknemer en werkgever staan.
De afspraken tussen een werknemer en werkgever.
Tijdelijke arbeidsovereenkomst
Vast contact (contract zonder einddatum)

Slide 9 - Question de remorquage

Ontslag blz. 139
Een arbeidsovereenkomst (contract) kan niet zonder reden worden opgezegd. Het contract loopt tot een bepaalde of onbepaalde datum. Tenzij.... Kijk het volgende filmpje!

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wat is het verschil tussen bruto en netto (loon)?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Een ander woord voor loon is:
A
bankrekening
B
salaris
C
belasting
D
werkgever

Slide 16 - Quiz

Hoe vaak krijg je je loon uitbetaald?

Meerder antwoorden mogelijk..
A
Wekelijks
B
Dagelijks
C
Jaarlijks
D
Maandelijks

Slide 17 - Quiz

Het brutoloon is het salaris wat je met je werkgever (baas) hebt afgesproken?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Het brutoloon is net zoveel als het nettoloon?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Je betaalt belasting, dat gaat van je brutoloon af?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Als de belasting van je brutoloon af is, blijft je nettoloon over?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Als je loon gestort wordt, is dat je brutoloon?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz