Persoonlijk vnw + avoir

> lessonup.app >> geschikte nickname
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

> lessonup.app >> geschikte nickname
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van het aanbod:

- ken je de persoonlijke voornaamwoorden en de betekenis
- ken je het werkwoord avoir/hebben
- kun je dit gebruiken in een zin

Slide 2 - Diapositive

persoonlijke voornaamwoorden
wat zijn dat?

Slide 3 - Diapositive

pronoms
personnels

Slide 4 - Carte mentale

exemples
Ik heb een zus          --> J´ai une soeur.
Jij hebt een broer        --> Tu as un frère
Wij hebben een hond     --> Nous avons un chien.

Slide 5 - Diapositive

je - ik
tu - jij
il - hij
elle - zij
on - men, we
nous - wij
vous - jullie, u
ils - zij (mmv)
elles - zij (vmv)
avoir - hebben
j'ai - ik heb
tu as - jij hebt
il a - hij heeft
elle a - zij heeft
on a - men heeft
nous avons - wij hebben
vous avez - jullie hebben
ils/elles ont - zij hebben

Slide 6 - Diapositive

Timo a un chien et un chat.

"Timo" kun je vervangen door een persoonlijk vnw.
Welke van de onderstaande woorden is juist.
A
elle
B
je
C
il
D
tu

Slide 7 - Quiz

Mes parents ont deux enfants.

"Mes parents" kun je vervangen door....
A
il
B
on
C
nous
D
ils

Slide 8 - Quiz

Ik heb drie zussen.
.......... trois soeurs
A
Elle a
B
Il a
C
J´ai
D
On a

Slide 9 - Quiz

Wij hebben veel neefjes.
................ beaucoup de cousins.
A
Vous avez
B
Nous avons
C
Tu as
D
Ils ont

Slide 10 - Quiz

COMBINEZ:
il,elle,on
nous
vous
ils,elles
tu
j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 11 - Question de remorquage

- ken je de persoonlijke voornaamwoorden en de betekenis
- ken je het werkwoord avoir/hebben
- kun je dit gebruiken in een zin

Slide 12 - Diapositive

faire des flashcards
vidéo

Slide 13 - Diapositive

je - ik
tu - jij
il - hij
elle - zij
on - men, we
nous - wij
vous - jullie, u
ils - zij (mmv)
elles - zij (vmv)
avoir - hebben
j'ai - ik heb
tu as - jij hebt
il a - hij heeft
elle a - zij heeft
on a - men heeft
nous avons - wij hebben
vous avez - jullie hebben
ils/elles ont - zij hebben

Slide 14 - Diapositive

Weet jij wat een persoonlijk vnw
is in het Frans?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Ken je de vervoegingen van avoir?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage