0 - Basisslides

: )

Planning van dit uur

• Tien minuten stillezen
• Lezen 1.3

Aan het einde van deze les

• weet je wat een artikel is;
• kun je het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst benoemen. 

Welkom 3HD

Stillezen

Wat	Lees in stilte uit je leesboek
Hoe	Individueel
Hulp	Geen
Tijd	Tien minuten
Uitkomst	Over dit verhaal maak jij jouw boekverslag
Klaar	Hierna gaan we verder met de les

Voorstelbrieven

• Van sommigen van jullie moet ik 'm nog ontvangen
• Stuur 'm per mail naar mij toe 

Artikel

• Informatieve tekst met vooral objectieve informatie
• Uitleg over onderwerp
• Ook wel uiteenzetting 

- Geeft verklaring van een verschijnsel

Opwarming van de aarde

- Geeft antwoord op een feitelijke vraag

Kun je niezen als je slaapt?

- Behandelt oorzaken en gevolgen van een probleem

Verspreiding van het coronavirus

- Geeft uitleg over de inhoud en de resultaten van een onderzoek 

Groenteconsumptie van kinderen 

Onderwerp en hoofdgedachte

Onderwerp	waar de tekst over gaat	- Te vinden in (onder)titel en inleiding - Formuleer in één of enkele woorden
Hoofdgedachte	het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt	- Te vinden in inleiding en slot - Formuleer in één zin
	/ \ Informatieve tekst Betogende tekst Feitelijke informatie Mening + argument

                   Individueel werken 

Wat	Lees de leertekst 'Belangrijke begrippen' op bladzijde 8. Maak opdracht 3 t/m 6
Hoe	Eerst vijf minuten individueel, daarna overleggen
Hulp	Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs als je vragen hebt
Tijd	Ongeveer vijftien minuten
Uitkomst	Deze opdrachten zijn huiswerk
Klaar	Lees 'auteursdossier' (bladzijde 12) en maak opdracht 7

Leesboek uitkiezen

• Voor fictie-opdracht 1: boekverslag 

• In totaal maken we dit jaar drie fictie-opdrachten (boekverslag, creatieve opdracht, mindmap)

• Eisen boek:
  één young-adultboek en twee volwassenenboeken, waarvan één boek een novelle mag zijn (korter dan honderd bladzijden) en één boek een vertaling

Een boek uit de mediatheek

• Groene stip (young-adultboek) 
• Volwassenenboek

Een boek uit de bibliotheek

• D-boek (young-adultboek) 

Een boek uit de online bibliotheek

• Op je laptop (let op: dat is wel minder fijn voor je ogen)  of e-reader 
• Laat het boek door mij checken

Een boek van thuis

• Laat het boek door mij checken

Let op! Je mag van elke schrijver maar één boek lezen.

Laat het boek door mij goedkeuren. Doe je dat niet en lever je een opdracht in met een verkeerd boek? Dan heb je een 1. Je kiest dan een nieuw boek, maakt een nieuwe opdracht en dit cijfer wordt gemiddeld met die 1. 

 

Samenvatting van de les

Jij

• weet nu wat een chronologisch en niet-chronologisch verteld verhaal is;
  
• weet nu wat het tijdsperspectief van een verhaal is;
  
• weet nu wat een open en gesloten einde is. 

Huiswerk 

• Lees de leertekst 'Belangrijke begrippen' op bladzijde 8.
  
• Maak opdracht 3 t/m 6
• Kies een leesboek voor de eerste fictie-opdracht 
• Neem het boek mee naar de volgende les 
  

Boekpresentatie

•  Wees respectvol voor jouw klasgenoot
• Vul het feedbackformulier in

                   Samenwerken

Wat
Hoe	In viertallen / vijftallen
Hulp	Help elkaar, ik loop rond om vragen te beantwoorden
Tijd
Uitkomst
Klaar

SO

• Stilte tijdens de SO
  
• Pen op tafel 
  
• Leesboek op tafel

SUCCES!

Klaar? 

• Leg de SO op de hoek van je tafel. 
  

Repetitie

• Stilte tijdens de repetitie
  
• Pen op tafel 
  
• Leesboek op tafel

SUCCES!

Klaar? 

• Leg de repetitie op de hoek van je tafel. 
  

                   Samenwerken

Wat	Maak een duidelijk overzicht van de drie soorten woorden op een groot blad.
Hoe	In groepjes, in twee rondes
Hulp	Help elkaar, ik loop rond om vragen te beantwoorden
Tijd	25 minuten
Uitkomst	Ik vraag drie groepjes hun blad te presenteren.
Klaar	Vraag aan mij of jullie werk klopt.

Ronde 1

A          A

A          A

Maak met elkaar het vragenblad met behulp van het lesboek. 

Ronde 2

A             B

        

        C

Maak samen een presentatie op een groot vel. 

A Groepsleider (bepaalt hoe het gebeurt) 

B Schrijver (schrijft op het blad

C Planner/tijdsbewaker (houdt tijd bij en zorgt dat alles op tijd af is) 

A Zelfstandig naamwoord

B Bijvoeglijk naamwoord

C Voorzetsel