v/g week 38 zakelijk schrijven + werkwoordspelling

Welkom!
Wat heb je nodig?
- Kern lesboek + oefenboek
- lijntjesschrift
- etui
- laptop en oplader
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Wat heb je nodig?
- Kern lesboek + oefenboek
- lijntjesschrift
- etui
- laptop en oplader

Slide 1 - Diapositive

Kijk mee naar een paar opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Feedback creatief schrijven
1. Let op hoofdletters en leestekens!

2. Beschrijf details

3. Maak gebruik van mooie, maar passende afbeeldingen

4. Zet duidelijk neer wat de boodschap van de tekst is

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Taalverzorging
- Ik weet wat de regels zijn voor het spellen van werkwoorden in alle vormen.
- Ik kan in een zin een correct gespelde werkwoordsvorm invullen.
- Ik kan bijzonderheden in de werkwoordspelling uitleggen.
- Ik kan zelf zinnen bedenken met moeilijkheden in de werkwoordspelling.

persoonsvorm tegenwoordige tijd, persoonsvorm verleden tijd, voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord


Slide 4 - Diapositive

Wat is een 'persoonsvorm'?

Slide 5 - Question ouverte

De persoonsvorm
Dit is de vervoegde vorm van een werkwoord.
De persoonsvorm hoort bij het onderwerp van de zin.

Slide 6 - Diapositive

Tegenwoordige tijd

ik
jij achter persoonsvorm

jij
hij/zij/het

.
.
hele werkwoord -en


hele werkwoord -en  +t

Slide 7 - Diapositive

Vul de tegenwoordige tijd in:
De winst (bedragen) duizend euro.

Slide 8 - Question ouverte

Verbrandt jij snel in de zon?
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

De huisarts (verbinden) de wond van de patiënt.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Vul de verleden tijd in:
Gisteren (lopen) hij naar de markt.

Slide 12 - Question ouverte

Het vuur brande nog lang na.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Vul de verleden tijd in:
De mensen (praten) na afloop ontzettend lang na.

Slide 14 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een voltooid deelwoord

Slide 15 - Question ouverte

Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord geeft aan dat een handeling is gebeurd of gedaan: Ik heb een nieuwe serie gekeken

Het voltooid deelwoord wordt gemaakt met:
- de hulpwoorden hebben, zijn, worden
- de prefixen: ge-, ver-, be-, ont- en her-

Slide 16 - Diapositive

Het voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord kan eindigen op -en, -d, -t
- Maak het voltooid deelwoord langer om te horen of je een -d of een -t schrijft
- Je kan hierbij ook 't sexy fokschaapje gebruiken

Slide 17 - Diapositive

Noteer het voltooid deelwoord:
Hij begon opgeruimd de tafel leeg te halen.

Slide 18 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een onvoltooid deelwoord

Slide 19 - Question ouverte

Het onvoltooid deelwoord
Het onvoltooid deelwoord geeft aan dat een handeling nog bezig is: Kijkend naar de nieuwe serie

Het onvoltooid deelwoord eindigt op:
 -nd(e)

Slide 20 - Diapositive

Noteer het onvoltooid deelwoord:
Al bellende liep Jos naar huis

Slide 21 - Question ouverte

Vul de zin in:
Licht (tegenstribbelen) werd Tim Hofman (binnenlaten)

Slide 22 - Question ouverte

Zelf aan de slag
1) les C (p. 112)
Opdrachten: 1 t/m 9
Extra opdrachten: -
Verdiepingsopdrachten: -

2) Kijk je antwoorden na!

3) Leer de woordjes uit de woordenlijst.








Slide 23 - Diapositive