les 6 thema 5 km1a (vr)

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Terugblik doelen vorige les.   
Uitleg nieuwe doelen.   
Opdrachten maken.   
Afsluiten; wat heb je deze les geleerd? 

Slide 2 - Diapositive

De leerdoelen van deze week.
-Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.


Voor mavo ook:
-Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.
-Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.

Slide 3 - Diapositive

Kader mag aan het werk.
Maak alles t/m B 4 af.

Maar je mag ook mee doen met de mavo.

Slide 4 - Diapositive

-Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven. 
Terugkoppeling: zorgen door "bijsturing" dat iets ongeveer dezelfde waarde blijft houden.
Denk maar aan de thermostaat bij een verwarming.

Bij biologie zien we dat bij regeling van het glucose gehalte in het bloed. 
Dat gaat met hormonen en niet via zenuwen.

Slide 5 - Diapositive

 het hormoonstelsel

Slide 6 - Diapositive

HORMONEN

Stofjes die worden gemaakt in een hormoonklier.
Ze worden afgegegeven aan het bloed.
Komen via het bloed langs alle organen maar werken alleen op de organen die daar gevoelig voor zijn.


Regelen langzame en langdurige processen.


Bijvoorbeeld: stofwisseling, voortplanting, groei en ontwikkeling 

Slide 7 - Diapositive

Niet alle cellen reageren op alle hormonen

Slide 8 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans, liggen in de alvleesklier.
Maken twee hormonen.
Hormoon 1
Insuline
Hormoon 2
Glucagon

Slide 9 - Diapositive

insuline
  • Als je teveel glucose in je bloed hebt wordt insuline afgegeven. 
  • Insuline zorgt ervoor dat glucose als glycogeen wordt opgeslagen in de spieren en lever. Dit wordt dan bewaard voor later.
  • De hoeveelheid suiker (glucose) in je bloed is nu lager!
             glucose => glycogeen

Slide 10 - Diapositive

glucagon
  • Als je te weinig glucose in je bloed hebt wordter glucagon afgegeven.
  • Glucagon zorgt ervoor dat glycogeen wordt omgezet in glucose.
  • De hoeveelheid suiker in je bloed wordt hoger.
          glycogeen => glucose

Slide 11 - Diapositive

suiker gehalte in het bloed wordt lager
glucose gehalte in het bloed wordt hoger
Insuline. Maakt van glucose: glycogeen. Het suiker gehalte in het bloed wordt lager
eilandjes van Langerhans in de alvleesklier
glucagon
Maakt van g;ycogeen weer glucose => suiker gehalte wordt hoger
lever
glucose
glycogeen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Diabetes of suikerziekte
  • Eilandjes van Langerhans produceren te weinig insuline
  • Glucosegehalte blijft daardoor boven 0,1%
  • Bij diabetes 1 verschrompelen de eilandjes van Langerhans, ze maken geen insuline meer. 
  • Bij diabetes 2 werkt insuline niet meer goed (vroeger ouderdoms diabetes, nu ook steeds vaker bij jongeren met overgewicht).
  • Insuline moet op andere manier in lichaam komen.

Slide 14 - Diapositive

Adrenaline
  • Ook adrenaline heeft invloed op de glucosegehalte in het bloed.

  • Adrenaline wordt gemaakt in de bijnieren.

  • Wanneer komt adrenaline vrij?

Slide 15 - Diapositive

Bijnieren
  • Maken het hormoon adrenaline.
  • Adrenaline zet glycogeen om in glucose.
  • Adrenaline is het enige hormoon met een snelle, kortdurende werking.

Slide 16 - Diapositive

adrenaline
Ook wel stress en  vlucht of vecht hormoon genoemd.
  • Meer suiker in je bloed. (Net als glucogon maar dan sneller)
  • Je gaat ook sneller ademen, hart gaat sneller kloppen.
  • Je bloedvaten in je spieren en hersenen verwijden zich.
  • Organen die niet belangrijk zijn voor snelle reacties die worden geremd, bijvoorbeeld het verteringsstelsel.

Slide 17 - Diapositive

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.

Voor mavo ook
-Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.
-Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.

Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van basisstof 4 en mavo ook B6
-Te maken: B4 (5.4) en mavo ook B6 (5.6)
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Na afloop nog een paar (3) vragen via lessonup.  

Slide 18 - Diapositive

Afsluiting.
Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e les van volgende lesweek. (Dinsdag)

Extra uitleg nodig?

Gebruik dan de volgende links en/of kijk de lessonup nog een keer.

En dan nog een paar (3) vragen om te zien of je de doelen van deze les hebt behaald.

Slide 19 - Diapositive

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 21 - Quiz

Waarom werkt een hormoon alleen op één orgaan terwijl het overal in het bloed is?
A
Alleen bepaalde organen zijn gevoelig voor het hormoon.
B
Omdat hormonen meestal niet ver van de hormoonklier werken.
C
Omdat hormonen niet bij alle organen kunnen komen.

Slide 22 - Quiz


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 23 - Quiz


In je agenda gezet wat je gaat of moet doen?
  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.


Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan, vergeet je mobiel niet en zet je mondkapje op.

Slide 24 - Diapositive